Het Knoppenmonster: de Overheid als marketing-doorgeefluik

Door onze gastcolumnist.

Marketing is het creëren van vraag naar een product en het verhogen van die vraag: zoveel mogelijk verkopen dus. Hiervoor maakt men gebruik van de elementen product, promotie van het product, de prijs en de plaats (afzetgebied). Hier vallen echter ook personen en profiling (lees registratie en matchen van gegevens) onder. Dit wordt weliswaar buiten de lesboekjes gehouden, maar in de praktijk veelvuldig toegepast. Zo wordt de markt niet alleen uitstekend beheerd, maar ook gecontroleerd en gemanipuleerd.

Ook onze Overheid doet graag aan marketing: gelikte tv-spotjes doen ons geloven dat het leuk is om naar het Casino te gaan, u wordt daar met een glimlach van uw geld afgeholpen. De Staatsloterij steunt met uw geld het goede doel in het buitenland (het zogenaamde feelgood-programma). Bordelen zijn gelegaliseerd en drugs worden gedoogd en indien mogelijk gelegaliseerd, denk bijvoorbeeld aan beperkt wietgebruik. Het doel heiligt de middelen, de Overheid heeft controle over de omzet en casht bovendien de belasting over deze “producten”. Het gaat om producten die veel geld genereren voor de Overheid. Het zorgt ervoor dat de Overheid als marketeer verandert in een marketing pooier: veel vraag creëren op verslavende producten en vervolgens veel cashen, immers de Overheid stuurt deze “vrije” markt middels promotie, inclusief een aangepaste regelgeving. De alom geprezen vrije markt benadering, die normaliter door de serieuze ondernemer wordt bedreven, geldt niet voor bovenstaande Staats(gebonden)bedrijven, want een goede melkkoe moet je houden. De droom van menig marketeer, een spel dat de Overheid als geen ander begrijpt en tot op de bodem uitspeelt.

Onze oud-premier zei het al: “we moeten de VOC-mentaliteit van vroeger navolgen”. Letterlijk genomen houdt dit in: handel drijven en opium exporteren. Tot de Boxer-opstand in China vervoerde de VOC o.a., als opium-monopolist, opium van Zeeuwse bodem naar China. Een niet meer in gebruik zijnd Zeeuws papaverveld (zie foto) is hier nog een stille getuige van. De Nederlandse Opiumbelangen op Java werden ondergebracht in de door ons koningshuis opgerichte NHM. Ook de Nederlandse Cocaïnefabriek deed het goed als grootste dealer van Europa, waarna men in 1972 besloot om de NCF in een Holding van AkzoNobel BV onder te brengen.

zeeland

Voorts ontstonden in de laatste decennia van de 20ste eeuw onder toeziend oog van de Overheid vele coffeeshops, en startte de Overheid een initiatief tot het kweken van medicinale wiet. Dat allemaal onder het mom om de drugsscene te decriminaliseren of omwille van gezondheidsredenen, met als gevolg medicinale Nederwiet. Een marketeer zou zeggen: uitbreiding van de markt. Nader onderzoek wijst uit dat omliggende landen het niet eens zijn met deze visie en de buurtbewoners van coffeeshops klagen over overlast omdat de politie niet ingrijpt, zogenaamd wegens onderbezetting. Feit is dat de politie niet kan ingrijpen, want het in bezit hebben van een paar gram wiet is niet strafbaar en gebruik ervan ook niet. Alleen het kweken is strafbaar. Dus komt de Overheid met de oplossing om spuithuizen in te richten waar men, na registratie, harddrugs krijgt. Ook coffeeshops zullen binnenkort alleen nog Nederlanders mogen binnenlaten die geregistreerd lid zijn en in het bezit zijn van een wietpasje. Zo houden we iedereen tevreden en denkt men buitenlanders te weren. Iedere burger weet dat het overleggen van een Nederlandse ID voldoende zou moeten zijn om niet-Nederlanders te weren uit coffeeshops. Supermarkten doen dit immers ook om alcoholverkoop aan minderjarigen te voorkomen. Deze methode kan volgens de Overheid niet worden toegepast bij coffeeshops. Bovendien wordt de coffeeshop straks een “besloten coffeeshop” met een gedoogdrempel van maximaal van 1500 leden per shop. De vraag rijst nu of deze registratiemaatregel een middel is om Europol een plezier te doen, zodat gebruikers makkelijker te traceren zijn met alle gevolgen van dien? Of gaat het erom dat de omzet van de coffeeshop tegelijkertijd beter inzichtelijk wordt en de belastinginkomsten veiliggesteld worden? Immers 1500 leden keer 3 gram wiet per dag (toegestane portie) is: kassa! Welke coffeeshop heeft 1500 bezoekers die dagelijks 3 gram wiet kopen? Ga uit van ca. 440 steden en dorpen in Nederland, maal 1500 gebruikers: dat is ca. 660.000 gebruikers die maximaal 3 gram wiet per dag kopen. Dagelijks is dat 1980 kg wiet ter waarde van ca. € 3500 p/kg (prijsindicatie volgens internet). Dit komt neer op € 6.930.000 omzet per dag. Daar verdient de Overheid lekker aan: 1.3 miljoen aan BTW per dag x 365 dagen, dat is ca. een half miljard op jaarbasis. Mooi meegenomen en dat dan alleen als er sprake is van één coffeeshop per gemeente.

We kunnen trots zijn: de VOC-mentaliteit is helemaal terug, en sterker nog, nooit weggeweest: handel drijven en geld verdienen aan verkoop en belastingheffing van handel en opiaten. Echte Nederwiet in een besloten coffeeshop met geregistreerde gebruikers. Gecontroleerde inkomstenbelasting met gegarandeerde afzet, immers men moet als lid wel een jaar lid blijven. En en passant, als het te moeilijk wordt, zijn de afnemers zo te vinden. Makkelijk toch? De marketingmachine werkt op volle kracht.