Nominaties Privacy First voor de Big Brother Awards

Eind deze zomer organiseren onze collega’s van Bits of Freedom opnieuw de jaarlijkse Big Brother Awards. Hieronder onze nominaties voor de grootste Nederlandse privacyschendingen van het afgelopen jaar:

  1. ANPR-plannen van minister Opstelten
    Als het aan minister Opstelten ligt worden de reisbewegingen van iedere automobilist in Nederland voortaan middels automatische nummerplaatherkenning (ANPR) 4 weken opgeslagen in een politiedatabank voor opsporing en vervolging van strafbare feiten. In de ogen van Opstelten is iedere automobilist dus een potentiële crimineel. Privacy First acht dit voorstel volstrekt disproportioneel en daarom in strijd met het recht op privacy zoals dat voor iedere burger geldt onder art. 8 EVRM. Mocht het plan van Opstelten door het Nederlandse parlement tot wet verheven worden, dan zal Privacy First de Nederlandse Staat direct voor de rechter dagen wegens onrechtmatige wetgeving in strijd met het recht op privacy; zie http://www.privacyfirst.nl/aandachtsvelden/cameratoezicht/item/615-iedere-automobilist-wordt-potentiele-verdachte.html.
  2. Hackvoorstel van minister Opstelten
    Een tweede onzalig plan van minister Opstelten is om de politie de bevoegdheid te geven om computers van burgers te kunnen hacken en burgers te kunnen verplichten om versleutelde bestanden voor de politie te ontsleutelen. Ook dit plan acht Privacy First volstrekt in strijd met het recht op privacy, want niet noodzakelijk en disproportioneel. Daarnaast is het voorstel in strijd met het verbod van zelfincriminatie (nemo tenetur). Het voorstel legt de basis voor toekomstig machtsmisbruik en vormt in de optiek van Privacy First een typische bouwsteen voor een politiestaat i.p.v. een democratische rechtsstaat. Zie voor onze voornaamste bezwaren http://www.privacyfirst.nl/aandachtsvelden/wetgeving/item/659-bezwaren-van-privacy-first-tegen-de-hack-plannen-van-opstelten.html.
  3. Kentekenparkeren
    In steeds meer steden (waaronder Amsterdam) geldt sinds kort verplicht kentekenparkeren. Privacy First maakt zich sterk voor het klassieke recht van burgers om vrij en anoniem te kunnen reizen in eigen land. Daaronder valt ook het recht om anoniem te kunnen parkeren. Door kentekenparkeren wordt dit recht met voeten getreden. Bovendien leidt het tot function creep (doelverschuiving) in strijd met het recht op privacy, waaronder het reeds gebleken misbruik van de parkeergegevens van leaserijders door de Belastingdienst; zie http://www.nrc.nl/nieuws/2013/07/29/privacywaakhond-het-servicehuis-parkeren-overtreedt-de-wet/.
  4. Trajectcontroles
    Door snelheidsmetingen middels trajectcontroles worden de reisbewegingen van automobilisten op snelwegen continu geregistreerd. Dit vormt een massale inbreuk op het recht op privacy. Voor een dergelijke inbreuk is een specifieke, met waarborgen tegen misbruik omgeven wettelijke grondslag verplicht. Voor trajectcontroles bestaat een dergelijke wettelijke grondslag echter niet. Daarmee vormen trajectcontroles een collectieve schending van het recht op privacy. Bovendien bestaat ook hier het gevaar van function creep (doelverschuiving); dit blijkt reeds uit de huidige plannen van minister Opstelten om alle trajectcontrolecamera’s boven snelwegen binnenkort ook te gaan inzetten voor automatische nummerplaatherkenning (ANPR) ter opsporing en vervolging van een breed scala aan strafbare feiten, de inning van openstaande boetes, belastingschulden etc.
  5. Drones
    Naast vaste camera’s in woonwijken, winkels, stations, boven snelwegen etc. worden burgers in toenemende mate – en vrijwel ongemerkt – bespied door vliegende camera’s: zogeheten drones. Dit gebeurt zowel door de overheid (met name de politie) als door private partijen, vooralsnog echter zonder afdoende wettelijke regulering. De privacyrisico’s en kansen op ongelukken zijn hierdoor enorm. Privacy First pleit dan ook voor een moratorium (opschorting) op het gebruik van drones totdat er sprake is van degelijke nationale regelgeving. Tevens zouden drones door de overheid slechts in uitzonderlijke gevallen mogen worden ingezet, bijvoorbeeld bij rampenbestrijding of ter opsporing van verdachten van zeer ernstige misdrijven, en slechts indien er geen ander toereikend middel bestaat. Voor private partijen dient een vergunningenstelsel te worden ingevoerd met strikt toezicht en handhaving terzake. Tevens dient iedere drone te worden voorzien van een publiekelijk kenbare transponder.
  6. Taser-wapens politie
    In september 2012 werd bekend dat minister Opstelten het hele Nederlandse politiekorps met Taser-wapens (stroomstootwapens) wil gaan uitrusten. In de optiek van Privacy First kan het gebruik van Taser-wapens gemakkelijk leiden tot schending van het internationale verbod op foltering (marteling van overheidswege) en het daaraan verwante recht op lichamelijke integriteit (dit laatste recht is onderdeel van het recht op privacy). Taser-wapens verlagen immers de geweldsdrempel en laten nauwelijks uiterlijke sporen achter. Tegelijkertijd kunnen Taser-wapens ernstige fysieke en mentale schade veroorzaken. In combinatie met het huidige gebrek aan wapentraining bij de Nederlandse politie levert dit ernstige risico’s op voor de Nederlandse bevolking. In mei 2013 diende de Nederlandse regering zich over de plannen van Opstelten te verantwoorden bij het VN-Comité tegen Foltering in Genève; zie http://www.privacyfirst.nl/aandachtsvelden/wetgeving/item/650-nederlandse-taser-wapens-op-vn-agenda.html. Desondanks lijken de intenties van Opstelten vooralsnog ongewijzigd…
  7. EPD
    In april 2011 werd de invoering van een landelijk Elektronisch Patiëntendossier (EPD) wegens privacybezwaren en veiligheidsrisico’s unaniem verworpen door de Eerste Kamer. Sindsdien wordt via private weg echter alsnog toegewerkt naar nationale invoering van vrijwel precies ditzelfde EPD, met regionale uitwisseling van medische gegevens via een Landelijk Schakelpunt (LSP). Dit leidt per definitie tot function creep by design i.p.v. privacy by design. De digitale ‘regionale schotten’ in en rond het LSP zullen immers eenvoudig kunnen worden omzeild of verwijderd. Het hele systeem kan daardoor op elk toekomstig moment weer zijn oude, centrale vorm aannemen met alle privacy- en veiligheidsrisico’s van dien. Daarnaast is in de huidige opzet sprake van generieke i.p.v. specifieke toestemming van patiënten om hun medische gegevens te delen met zorgverleners (en toekomstige derde partijen). Dit vormt een acute bedreiging voor zowel de medische privacy als het medisch beroepsgeheim.