Een (on)voldoende?

In leerlingvolgsystemen zoals Magister en SomToday kunnen leerkrachten onder andere huiswerkopdrachten zetten en per les bijhouden wie dat wel of niet heeft gemaakt. Ook welke leerling de klas uit is gestuurd, cijfers en absentie kunnen worden bijgehouden. Waar vroeger ouders ernaar konden vragen en kinderen zelf bepaalden welke informatie zij met hen deelden, kunnen ouders nu real-time meekijken in deze leerlingvolgsystemen. En dat zorgt voor privacyrisico’s, stress en prestatiedruk.

School in Zeist

Een school in Zeist besloot in november 2024 de app Magister tijdelijk af te sluiten voor ouders, omdat leerlingen van wie de ouders Magister gebruiken meer prestatiedruk ervaren dan leerlingen van wie de ouders geen Magister gebruiken.[1]

De standaard instelling van leerlingvolgsystemen is dat ouders niet real-time kunnen meekijken. Scholen bepalen dus zelf of, wanneer en op welk niveau ze ouders mee laten kijken in het leerlingvolgsysteem. Dit houdt in dat scholen ervoor kunnen kiezen om ouders bijvoorbeeld niet de cijfers van hun kind te laten zien, maar wel het schoolrooster. Of om absentie niet via het leerlingvolgsysteem te delen met de ouders maar door middel van direct contact.

Wat is een leerlingvolgsysteem?

In een leerlingvolgsysteem houdt de onderwijsinstelling de resultaten en voortgang bij over de leerling, maar ook van de groep en de school als geheel. Denk aan administratieve gegevens, cijfers, verzuim, gedragsverslagen, leerdoelen, gezondheidsinformatie, ouderschapsstatus of de sociaal-emotionele ontwikkeling. Aan de hand van leerlingvolgsystemen kunnen leerkrachten en scholen snel inzicht krijgen in waar een leerling extra ondersteuning nodig heeft. Het maakt gepersonaliseerd onderwijs mogelijk en helpt scholen om gerichter beleid te voeren.

Basisscholen zijn wettelijk verplicht om met een leerlingvolgsysteem te werken.[2] Voor het voortgezet onderwijs geldt deze verplichting niet. Zij zijn wel verplicht om de vorderingen van de leerlingen aan hun ouders, voogden of verzorgers te rapporteren, totdat deze leerling meerderjarig en handelingsbekwaam is.[3] Op welke wijze dit dient te gebeuren, is aan de onderwijsinstelling.

Dominante rol van leveranciers van leerlingvolgsystemen

De Autoriteit Persoonsgegevens beschrijft in haar onderzoek Sectorbeeld Onderwijs 2021-2023 dat leveranciers van leerlingvolgsystemen en digitale middelen een dominante positie hebben en daardoor een zekere macht kunnen uitoefenen op de markt. Deze macht van leveranciers, hun gebrek aan transparantie en het gebrek aan kennis bij onderwijsinstellingen maken het lastig om de juiste waarborgen voor gegevensbescherming te bepalen en indien nodig af te dwingen bij de leveranciers. Ook willen leveranciers niet altijd meewerken aan Data Protection Impact Assessments (DPIA’s) of biedt de softwareapplicatie onvoldoende functionaliteiten voor logging of verwijdering van gegevens, waardoor de onderwijsinstelling niet kan voldoen aan de AVG.

Keuzevrijheid

Door de dominante positie van enkele grote leveranciers van leerlingvolgsystemen en de afhankelijkheid van grote Amerikaanse cloud-aanbieders is de keuzevrijheid voor schoolbesturen beperkt. Dat maakt het lastig voor schoolbesturen om wensen of eisen af te dwingen in het aanbod. Het College voor de Rechten van de Mens stelt dat scholen eisen moeten stellen aan softwareleveranciers op het gebied van gelijke behandeling, privacy, autonomie en transparantie. Een belangrijk onderdeel daarvan is dat middelen uitgebreid op verschillende groepen leerlingen worden getest. Scholen kunnen elkaar helpen door zich te verenigen en samen deskundigheid op te bouwen en criteria te stellen aan softwareleveranciers.

Inzet van Amerikaanse cloud-aanbieders

Veel leerlingvolgsystemen worden geleverd door commerciële bedrijven die data opslaan in de cloud. Dit roept vragen op over wie toegang heeft tot de gegevens en hoe ze worden gebruikt. In de verwerkersovereenkomst met de leverancier is dan opgenomen dat er een subverwerker is ingeschakeld (bijvoorbeeld Microsoft of Google) maar dat de opslag van de gegevens in Europa plaatsvindt. In tegenstelling tot wat vaak wordt aangenomen, maakt gegevensopslag in Europa de scholen niet immuun voor – in het geval van Amerikaanse aanbieders – Amerikaanse wetgeving en kunnen gegevens nog steeds door de Amerikaanse overheid worden opgevraagd. In termen van het voldoen aan de AVG betekent dit dat scholen feitelijk niet goed kunnen garanderen dat de persoonsgegevens die zij verwerken voldoende beschermd zijn.

Teveel gegevens

Veel leerlingvolgsystemen slaan meer gegevens op dan strikt noodzakelijk. Denk aan gevoelige informatie zoals sociaal-emotionele analyses of medische gegevens. Dit verhoogt het risico op misbruik, zeker als niet duidelijk is waarom deze gegevens worden verzameld. Het goed kunnen instellen en hanteren van bewaartermijnen is daarnaast essentieel om te voorkomen dat teveel gegevens te lang worden bewaard.

Toegang tot de gegevens

Daarnaast is de toegang tot de persoonsgegevens vaak niet goed afgeschermd. Bijvoorbeeld omdat teveel rechten worden toegekend aan de medewerkers op school, medewerkers gegevens kunnen downloaden op andere (privé) devices of exports maken uit het systeem die een eigen leven gaan leiden.

Transparantie

De mate van transparantie die onderwijsinstellingen bieden over de verwerking van leerlinggegevens in leerlingvolgsystemen varieert. Hoewel basisscholen verplicht zijn een leerlingvolgsysteem te gebruiken om de voortgang en resultaten van leerlingen bij te houden, is het niet altijd duidelijk in hoeverre zij communiceren over welke gegevens worden verzameld, hoe deze worden gebruikt en wie er toegang toe heeft. Daarnaast zijn er zorgen over het gebruik van algoritmen binnen het onderwijs. Zo kunnen adaptieve leersystemen, die oefeningen automatisch aanpassen op basis van leerlinggedrag, leiden tot ongelijke behandeling als de werking ervan niet transparant is. Het College voor de Rechten van de Mens heeft de overheid daarom opgeroepen scholen te ondersteunen bij het voorkomen van dergelijke risico’s. Hoewel er stappen worden gezet richting meer transparantie in de verwerking van leerlinggegevens, is er volgens Privacy First nog ruimte voor verbetering. Het is essentieel dat scholen duidelijk communiceren over hun gegevensverwerkingspraktijken en dat er toezicht is om de privacy en rechten van leerlingen te waarborgen.[4]

Schoolwaarden en onderwijsvisie

De proef van de school in Zeist om ouders geen toegang meer te geven tot de cijfers van hun kind, is volgens de initiatiefnemers een succes. De reacties van ouders en leerlingen op de proef waren grotendeels positief. Na het experiment van enkele maanden heeft de school besloten om de cijfers niet meer in de app te laten zien aan ouders.[5]

Dit voorbeeld laat zien dat scholen keuzes kunnen maken over de manier waarop een leerlingvolgsysteem wordt ingezet. Niet alleen het delen van gegevens met de ouders kan worden aan- of uitgezet, er zijn allerlei instellingen mogelijk die privacyrisico’s of nadelige gevolgen zoals prestatiedruk kunnen verkleinen. Dit vraagt van de school om vast te stellen welke instellingen wel of niet gewenst zijn en de werkwijzen van medewerkers daarop af te stemmen.

Privacy van het kind

Privacy First is van mening dat de leerlingen in het voortgezet onderwijs in redelijke mate kunnen verwachten dat bepaalde gegevens van hen verwerkt worden, maar dat zij ook zelf moeten beslissen of en wanneer informatie wordt gedeeld. Bijvoorbeeld een (slecht) cijfer nog niet te delen in Magister of SomToday, maar de leerling zelf de gelegenheid bieden om het te vertellen aan zijn/haar ouders. Maar ook in de situatie dat een leerling absent is vanwege een bezoek aan een arts, waarvan de ouders niet op de hoogte waren maar dit wel worden via het leerlingvolgsysteem, terwijl het een onderwerp betreft waarvoor een tiener geen toestemming van de ouder nodig heeft om een arts te raadplegen. Ook de Kinderombudsman plaatste al in 2019 kanttekeningen: ‘Om los te komen van je ouders is het belangrijk dat niet alles door je ouders gecontroleerd wordt.[6] Daarom moedigt Privacy First onderwijsinstellingen aan om bewust en zorgvuldig om te gaan met leerlingvolgsystemen. Een privacyvriendelijke aanpak draagt bij aan een veilige leeromgeving waarin gegevensbescherming en het belang van het kind centraal staan.

[1] Zie School in Zeist stopt met school-app Magister vanwege prestatiedruk: ‘Symptoom van bemoeizucht’ – RTL Nieuws. Uit een vragenlijst die naar zo’n 500 leerlingen was gestuurd bleek dat de leerlingen prestatiedruk ervaren doordat hun ouders kunnen meekijken. Zie tevens Hoe ouders micromanagers werden (en de leerling zijn privacy verloor) – De Correspondent.

[2] Artikel 8 lid 6 Wet Primair Onderwijs.

[3] Artikel 23b Wet op het voortgezet onderwijs.

[4] College voor de Rechten van de Mens, Overheid, help scholen te voorkomen dat digitale systemen hun leerlingen ongelijk behandelen, 13 mei 2024.

[5] Tevredenheid over proef om ouders cijfers niet meer te laten inzien in app – NOS.

[6] AOB, Ouder spiekt mee in leerlingvolgsysteem, Onderwijsblad 9 juli 2019.