Input Privacy First bij Kamerdebat over privacy

Ter gelegenheid van het privacydebat op 15 september as. verzond Privacy First vandaag de volgende brief aan de Tweede Kamer (PDF):

Geachte Kamerleden,

Voor u ligt een interessante taak: hoe kan Nederland zich op privacyterrein gaan ontwikkelen van Europese middenmoter tot internationaal gidsland? Dit vergt de best denkbare privacywetgeving in combinatie met de meest privacyvriendelijke techniek. Door hierin te investeren ontwikkelt Nederland tevens enorme exportkansen, vooral in technologisch opzicht. Het leidende motto van Privacy First daarbij is “eigen keuzes in een vrije omgeving.” Oftewel: keuzevrijheid voor de burger in een maatschappij waarin privacy zowel wettelijk als technisch optimaal gewaarborgd is. Dit geldt in individuele én in collectieve zin. Immers: zonder privacy geen vrije individuele ontwikkeling en geen vrije democratische dynamiek.

Eerder AO Eerste Kamer en motie Franken

Het belang van een goede privacybescherming voor een democratische rechtsstaat kan nauwelijks overschat worden. In het licht hiervan is het des te pijnlijker om te moeten constateren dat het niveau van privacybescherming (en -beleving) in Nederland de laatste 10 jaar sterk gedaald is. Tegelijkertijd constateert Privacy First dat inmiddels sprake lijkt te zijn van een positieve kentering, zowel op Europees als op nationaal niveau. Op Europees niveau blijkt dit onder meer uit de plannen voor herziening van de Europese Privacyrichtlijn. Ook op nationaal niveau lijkt het privacybewustzijn onder beleidsmakers hoger dan enkele jaren geleden. Die tendens biedt perspectief. Niettemin brengt Privacy First ter gelegenheid van het aanstaande Algemeen Overleg (AO) over het Nederlandse privacybeleid graag een aantal aandachtspunten in. Deze aandachtspunten dienen ter aanvulling op de algemene aandachtspunten die Privacy First ten behoeve van een vergelijkbaar AO eerder dit jaar aan de Eerste Kamer toezond. Tevens verwijst Privacy First in dit verband graag naar de motie Franken die de Eerste Kamer vervolgens aannam. Privacy First hoopt dat de Tweede Kamer deze motie integraal en unaniem zal overnemen. Tevens adviseert Privacy First de Tweede Kamer zich ter voorbereiding op het AO te laten inspireren door de Aanbevelingen die de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) eerder dit jaar deed in het rapport iOverheid.

Collectiefbelangacties in het privacyrecht

Blijkens de brief d.d. 29 april 2011 staat het kabinet “niet afwijzend tegenover de introductie van collectiefbelangacties in het privacyrecht”. Buiten de door de Europese Commissie beoogde invoering van privacyrechtelijke class actions bestaan Nederlandse mogelijkheden terzake echter allang, getuige art. 3:305a BW en art. 1:2 lid 3 Awb. In dit verband verwijst Privacy First tevens naar de wetsgeschiedenis van deze artikelen, de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) en art. 10 van de vroegere Wet persoonsregistraties (Wpr). Tijdens het Kamerdebat over het al dan niet toekennen van procesbevoegdheid aan het College voor de Rechten van de Mens (eind maart 2011) leek minister Donner zich van het collectieve actierecht – en daarmee van bovengenoemde wetsartikelen – in mensenrechtelijke (inclusief privacyrechtelijke) zin te distantiëren. Hierbij refereerde de minister nadrukkelijk aan lopende rechtszaken tegen de nieuwe Paspoortwet. Vervolgens kondigde het kabinet aan de griffiekosten te willen verhogen. Het bestaande recht op toegang tot de rechter voor zowel ideële organisaties als voor individuele burgers komt hierdoor ernstig in de verdrukking. Bovendien rijst de vraag in hoeverre de bestaande wetgeving inzake collectiefbelangacties überhaupt nog door dit kabinet wordt erkend. In de optiek van Privacy First duiden deze ontwikkelingen op een nakende crisis in de rechtsstaat die veel verder zal gaan reiken dan de Wbp.

Vingerafdrukken in identiteitskaarten

Eind april 2011 deed minister Donner de toezegging om de nieuwe Paspoortwet dusdanig aan te passen dat burgers voor de aanvraag van een nieuwe identiteitskaart niet langer vingerafdrukken zouden hoeven af te geven. Deze wetswijziging zal echter pas medio 2012 aan de Raad van State worden voorgelegd en daardoor niet eerder dan eind 2012 / begin 2013 in werking kunnen treden. Niet valt in te zien waarom dit niet door de Tweede Kamer kan worden bespoedigd. Gezien de privacybezwaren tegen het gebruik van vingerafdrukken en de enorme foutenpercentages in de huidige biometrische techniek zou de Nederlandse regering zich op aandringen van de Kamer tevens sterk kunnen maken voor intrekking of amendering van de Paspoortverordening op Europees niveau.

Speciale categorieën persoonsgegevens

In de brief van de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken d.d. 21 december 2010 worden enkele paragrafen gewijd aan het begrip ‘(gevoelige) persoonsgegevens’. De actuele reikwijdte (en daarmee de bescherming) van dit begrip omvat in de visie van Privacy First ook ‘gepseudonimiseerde persoonsgegevens’. Voorbeelden hiervan zijn de medische gegevens die gepseudonimiseerd worden opgeslagen in de Nederlandse centrale database DIS (Diagnose-behandelcombinatie Informatie Systeem) en andere (bijvoorbeeld biometrische) gegevens die middels encryptietechnieken kunnen worden versleuteld. In een herziene Privacyrichtlijn (c.q. verordening) dienen biometrische en genetische gegevens uitdrukkelijk als ‘gevoelige persoonsgegevens’ te worden erkend en beschermd. Eventuele pseudonimisering van die gegevens doet daar niet aan af. Interessant gegeven in dit verband is dat ICT-bedrijven momenteel steeds meer onderzoek doen naar persoonsgebonden en -beheerde opslag van medische en andere privacygevoelige data.

Cameratoezicht en ANPR

Tenslotte enkele opmerkingen over de plannen van dit kabinet om openbaar cameratoezicht en automatische nummerplaatherkenning (ANPR) breder te gaan inzetten. Middels Privacy Impact Assessments (PIA) dienen dergelijke plannen zo grondig en onafhankelijk mogelijk te worden getoetst aan internationaal, Europees en nationaal recht en aan vereisten van maatschappelijke noodzakelijkheid, effectiviteit en proportionaliteit (inclusief openbare kosten-batenanalyses). In combinatie met voortgaande ontwikkelingen op het terrein van automatische gezichtsherkenning en digitale gelaatsscans doemt hierbij een Orwelliaans toekomstbeeld op dat zijn historische weerga niet kent. Privacy First doet hierbij dan ook een dringend beroep op de Tweede Kamer om het zover niet te laten komen en de plannen van het kabinet voor meer cameratoezicht en ANPR te blokkeren. Dit komt zowel de vrijheid van de Nederlandse burger als de besteding van schaarse overheidsmiddelen ten goede, ook aangezien er privacyvriendelijke alternatieven voorhanden zijn in zowel wetgevend als technologisch opzicht. Privacy First is ten zeerste bereid de Kamer hierover voor te lichten, opdat heldere en evenwichtige keuzes kunnen worden gemaakt. Met behoud van de principes van onze rechtsstaat, vanuit het uitgangspunt dat deze principes niet onderhandelbaar zijn, aangezien diegene die vrijheid inruilt voor veiligheid geen van beide verdient!

Hoogachtend,

drs. L.T.C. (Bas) Filippini
voorzitter Stichting Privacy First