Over digikamers gesproken…

Het concept ‘digikamers’ is nogal onduidelijk. Maar waar het om lijkt te gaan: fysieke ruimtes van de politie, waarin ze online criminele zaken proberen op te sporen. De agenten surfen zich daar suf. (En vragen zich af waarom ze dat niet vanuit huis konden doen.) In Rotterdam schijnt het succesvol te zijn. Privacy First kreeg de microfoon op een congres hierover, en verklaarde zich ‘genuanceerd tegen’. Hieronder een verslag van de bijeenkomst.


Op 15 juni werd een congres georganiseerd over ‘Online Content Moderatie’. Georganiseerd door drie partijen: het Ministerie van Justitie en Veiligheid, ECP (Platform voor de InformatieSamenleving) en het CCV (Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid).

De dag werd geopend met lezingen van Kees Verhoeven (voorheen Kamerlid voor D’66) en Michiel Steltman (van ECP). Minister Yesilgöz was online aanwezig.

De dag was bedoeld als brainstorm-sessie voor verschillende stakeholders, die gezamenlijk online criminaliteit aan zouden moeten pakken. ’Nieuw‘ in de aanpak was het uitnodigen van kritische meedenkers, in de vorm van een panel in een voorstadium. Naar voren kwam ook dat het complex is om online criminaliteit aan te pakken. Ter sprake kwamen vragen als: ’Wie is er bevoegd? (bijvoorbeeld: burgermeester, politie, officier van justitie) en wanneer is er überhaupt sprake van bevoegdheid?

De vraag die steeds overblijft: er zijn uitvoeringswetten (met bevoegdheden) en er zijn grondrechten. Die twee komen steeds verder uit elkaar te liggen. Hoe rijm je ze met elkaar?

Preventieve criminaliteitsbestrijding
Online content wordt gesignaleerd (door politie, gemeenten en hogere overheden) als een fenomeen dat aandacht verdient, en in een van de brainstormsessies werd stilgestaan bij de vraag in hoeverre ‘preventieve criminaliteitsbestrijding’ rechtmatig is.

Het idee hierbij: het voorkomen van mógelijke criminaliteit als er nog niet echt sprake was van een strafbaar feit, terwijl al wél duidelijk was dat er dubieuze content was gedeeld over het internet. Bij kinderporno is het duidelijk dat het gaat om een strafbaar feit en moet je ingrijpen. Maar hoe zit het met een ‘stopgesprek’ met een demonstrant? Die mogelijk nog niet eens echt gedemonstreerd heeft?

Aandacht voor grondrechten
De ideeën over stopgesprekken bij demonstraties waren zeer gemengd. Waar gemeenten en politie een stopgesprek een goede interventie vonden, bracht Stichting Privacy First, vertegenwoordigd door de directie, zorgen hierover naar voren.

Hoe zit het met het grondrecht van demonstratie? Kun je een model voor preventieve criminaliteitsbestrijding toepassen op zaken die (nog) geen misdrijven zijn, maar eerder grondrechten betreffen? En hoe zit het met de gegevens die via online onderzoek werden gevonden? Plus nog heel veel andere vragen.

Panel-discussie over digikamers
Later in de middag was er een panel-discussie over digikamers. Ook waren er workshops over online content-moderatie. Stichting Privacy First was uitgenodigd voor een panel over een van de projecten.

Ondanks een korte uitleg van de politie over digikamers startte de moderator met de vraag: “Ooit wel eens van gehoord?” Tot dat moment was daar nog niets over gedeeld. Maar kennelijk loopt dit project al succesvol voor de politie Rotterdam Rijnmond, met de hoop dit landelijk uit te rollen.

Met TOOI (Team Openbare Orde Inlichtingen) in het achterhoofd, de geheime politie-eenheden waarvan de rechtsgrond vooralsnog niet duidelijk is, en die er zomaar opeens waren, werd door Privacy First stevig doorgevraagd op het wettelijk kader van ’de digikamers: ze kunnen onschuldig zijn, en we begrijpen jullie enthousiasme, maar het lijkt ons voor het vertrouwen van de burger niet goed dat ze er zomaar opeens zijn.’

Ook werd er doorgevraagd – onder andere door Privacy First – over de (wettelijke) noodzaak van die digikamers. Het idee is dat politiemensen naar een kantoortje gaan om op het internet strafrechtelijk of preventief strafrechtelijk onderzoek te doen, en te noteren wat zij vinden. De wettelijke basis hiervoor (artikel 3 Politiewet of 126j Strafvordering) is heel mager.

Privacy First vroeg ook door over de waarborgen en protocollen. Ingegeven door de angst voor profilering. Onze vragenlijst was eindeloos, maar de tijd was beperkt.

Conclusie
Het panel was ongeveer 50-50 voor en tegen de digikamers. Maar wel werd duidelijk dat er nog een hoop moet gebeuren voordat ze rechtmatig uitgerold kunnen worden.

Gelukkig staat de politie open voor een verder gesprek hierover, omdat ook zij onderkennen dat je zorgvuldig te werk moet gaan als je digikamers structureel wilt invoeren.