Privacy First eist intrekking nieuwe Paspoortwet
Privacy First roept Tweede Kamer op tot stopzetting opslag paspoortbiometrie en intrekking nieuwe Paspoortwet.
Vandaag heeft stichting Privacy First een brief aan de Tweede Kamer verzonden i.v.m. het algemeen overleg over de nieuwe Paspoortwet van 27 april as. met minister Donner. De inhoud van onze brief luidt als volgt:
Nog geen twee jaar na de inwerkingtreding van de nieuwe Paspoortwet staat deze wet opnieuw hoog op de agenda van de Tweede Kamer. Na een relatief geruisloos parlementair traject werd de nieuwe Paspoortwet op 9 juni 2009 zonder stemming door de Eerste Kamer aangenomen. Voor velen kwam dit destijds als een donderslag bij heldere hemel: van enig democratisch debat over deze ingrijpende wet was immers vrijwel geen sprake geweest. Geconfronteerd met dit fait accompli volgden anderhalf jaar van toenemende weerstand in de vorm van burgerprotesten, petities, wetenschappelijke en politieke kritiek, bezwaarprocedures, rechtszaken en zelfs afkeurende moties van gemeenteraden. In die zin keert de nieuwe Paspoortwet nu als een maatschappelijke boomerang bij de Tweede Kamer terug. Ten overvloede zet Stichting Privacy First de voornaamste bezwaren tegen de huidige wet nogmaals op een rij:
– onder de Europese Paspoortverordening is slechts de opname van twee vingerafdrukken en een gezichtsscan in reisdocumenten verplicht. Dit ter (veronderstelde) bestrijding van fraude met diezelfde reisdocumenten. In de nieuwe Paspoortwet gaat Nederland echter 3 stappen verder door deze gegevens (plus twee extra vingerafdrukken) tevens in databanken op te slaan voor een breed scala aan andere doeleinden, waaronder opsporing en vervolging, terrorismebestrijding, rampenbestrijding en inlichtingenwerk in Nederland en derde landen. Gezien het volstrekt ongerechtvaardigde en disproportionele karakter hiervan vormt dit een collectieve schending van het recht op privacy en lichamelijke integriteit van iedere Nederlander met een nieuw reisdocument;
– van bovenstaande doeleinden in de nieuwe Paspoortwet zijn de meeste burgers nooit op de hoogte gebracht; dit vormt een schending van hun recht op ‘informed consent’ bij de verwerking van hun biometrische persoonsgegevens;
– burgers die bezwaar hebben tegen de verplichte opslag worden gedwongen tot jarenlange procedures en moeten gedurende die periode zonder geldig reis- en identiteitsdocument door het leven zien te gaan, met alle nadelen en risico’s van dien;
– de opslag van biometrische gegevens (zowel in het reisdocument als in een databank) creëert een nieuwe vorm van fraude: biometrische identiteitsfraude. Deze vorm van fraude kan jarenlang ongedetecteerd blijven en iemand een leven lang blijven achtervolgen;
– hetzelfde geldt voor de op afstand uitleesbare RFID-chip in het document: ook dit creëert nieuwe risico’s van identiteitsfraude;
– de veiligheid van de opslag in databanken (hetzij ‘centraal’, hetzij ‘decentraal’) kan onmogelijk (volledig) worden gegarandeerd;
– opslag in databanken leent zich bij uitstek voor identificatie i.p.v. verificatie en werkt function creep in de hand;
– bij uitgifte van het reisdocument vindt in het algemeen geen biometrische verificatie plaats. Het is hierdoor onbekend in hoeverre de reisdocumenten die onder de nieuwe Paspoortwet in omloop zijn gebracht in biometrische zin functioneren. Tijdens het parlementaire rondetafelgesprek over de nieuwe Paspoortwet van 20 april jl. bleek in dit kader een foutenpercentage (bij verificatie van vingerafdrukken) van maar liefst 21%.
Naar aanleiding van deze bezwaren doet Privacy First hierbij een dringend beroep op de Tweede Kamer om de opslag van biometrische gegevens (in het bijzonder vingerafdrukken) per direct stop te zetten en de nieuwe Paspoortwet van 2009 in te trekken of deze langs de volgende lijnen te herzien:
– de afname van biometrische gegevens dient vrijwillig te worden;
– opslag van deze gegevens in gemeentelijke of nationale databanken dient te worden opgeheven;
– Nederland dient het huidige model van opslag bij gemeenten te verlaten en te kiezen voor het Duitse model van vrijwillige opslag in de chip van het document;
– voor binnenlands gebruik dient een alternatief identiteitsdocument zonder biometrie te worden ontwikkeld.