Rechterlijke tunnelvisie in Utrechts vonnis over vingerafdrukken in identiteitskaart

Op vrijdag 15 juli jl. wees de Utrechtse voorzieningenrechter het verzoek van een gewetensbezwaarde om een identiteitskaart zonder vingerafdrukken af. Ter aanvulling op onze eerste reactie bij BNR Peptalk brengt Privacy First in dit verband graag de volgende punten onder de aandacht:

1) Het actuele Utrechtse vonnis betreft het verzoek om een voorlopige voorziening en heeft dan ook slechts een voorlopig karakter. Het vonnis heeft geen bindende werking in de bodemprocedure en kan in die procedure worden teruggedraaid. Dit geldt ook voor vergelijkbare rechtszaken die momenteel voor andere Nederlandse rechtbanken spelen.

2) Opvallend aan het vonnis is dat de rechter zich louter baseert op de Paspoortwetgeving en andere relevante wetgeving geheel buiten beschouwing laat. Zo worden het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten nergens genoemd. Onder deze wetten (respectievelijk art. 126nc Sv. en art. 17 Wivd 2002) kunnen politie, justitie en inlichtingendiensten naar alle waarschijnlijkheid wel degelijk vingerafdrukken opvragen, zo niet bij gemeenten, danwel bij de fabrikant van de paspoorten en ID-kaarten in Haarlem (Morpho, voorheen Sagem). Dit verandert niet nu de bewaartermijn van vingerafdrukken in gemeentelijke databanken sterk wordt verkort.

3) Opvallend is verder dat de rechter de (strijd tegen) fraude met reisdocumenten een “groot belang” noemt zonder dit te onderbouwen. Het afnemen van vingerafdrukken is oorspronkelijk bedoeld als middel tegen zogeheten look-alike fraude met reisdocumenten. Blijkens statistieken van de Koninklijke Marechaussee komt dit type fraude in Nederland met Nederlandse reisdocumenten hooguit enkele honderden keren per jaar voor, voornamelijk door asielzoekers. Deze cijfers zijn door de landsadvocaat nimmer weerlegd. Het afnemen van vingerafdrukken bij alle Nederlandse burgers voor een nieuw reisdocument (paspoort of ID-kaart) is daardoor volstrekt disproportioneel en daarmee onrechtmatig.

4) Tijdens het Algemeen Overleg (AO) met de Tweede Kamer van 27 april jl. heeft Minister Donner gesteld dat biometrische verificatie van de vingerafdrukken in 21-25% van de gevallen niet werkt. Het huidige systeem functioneert dus niet en de wetgeving is daardoor technisch onuitvoerbaar gebleken. Ermee doorgaan is dan ook pure kapitaalvernietiging.

5) Aangezien biometrische verificatie van de vingerafdrukken in technische zin niet werkt, kan de burger daardoor ten onrechte verdacht worden van identiteitsfraude. Bijvoorbeeld in de toekomst, ergens op een vliegveld in het buitenland, met alle gevolgen van dien (gemiste vlucht, onrechtmatige detentie etc.). Doorgaan met het afnemen van vingerafdrukken brengt burgers dan ook actief in gevaar.

6) Minister Donner heeft tijdens hetzelfde AO op 27 april jl. toegezegd dat de Nederlandse identiteitskaart z.s.m. “vingerafdruk-vrij” zal worden. Tegenover de rechtbank Amsterdam verklaarde de landsadvocaat onlangs dat deze toezegging een bindend karakter heeft. Door de toezegging van Donner kan dan ook niet langer worden volgehouden dat de afname van vingerafdrukken voor ID-kaarten noodzakelijk is.

7) Inmiddels is echter tevens duidelijk geworden dat de benodigde wijziging van de Paspoortwet pas medio 2012 door het kabinet aan de Raad van State zal worden voorgelegd. Niet valt in te zien waarom de afname van vingerafdrukken voor ID-kaarten niet eerder kan worden stopgezet, desnoods langs technische weg. Ondanks het feit dat afname momenteel nog ‘verplicht’ is onder de Europese Paspoortverordening, zal de Europese Commissie eerdere stopzetting door Nederland (gezien de enorme foutenpercentages in de biometrische techniek) naar alle waarschijnlijkheid niet euvel duiden. Dit ook gezien het feit dat Nederland als enige EU-lidstaat de ID-kaart als wettelijk reisdocument i.p.v. als identiteitsdocument heeft betiteld, waardoor de Europese Paspoortverordening (en daarmee de verplichting van vingerafdrukken) naast het Nederlandse paspoort ook – geheel overbodig – op de Nederlandse ID-kaart van toepassing is. Snelle stopzetting levert Nederland bovendien slechts voordelen i.p.v. risico’s op door kortere wachttijden aan gemeentebalies, kostenbesparingen en uitsluiting van de risico’s die met de huidige afname van vingerafdrukken en RFID-technologie in de chip gepaard gaan.