Telegraaf.nl, 11 maart 2015: ‘Surf- en belgedrag burgers niet meer bewaard’

Telecombedrijven en internetproviders hoeven geen gegevens over internet- en telefoniegebruik meer te bewaren. De wet die het massaal verzamelen en opslaan van gegevens over internet- en telefoongebruik van burgers in Nederland verplicht, is buiten werking gesteld. Dat heeft de rechter in Den Haag woensdag besloten.

De wet was ingesteld om politie en justitie te ondersteunen bij de opsporing. (…) De rechter zegt in het vonnis zich ervan bewust te zijn dat het buiten werking stellen van deze wet „ingrijpende gevolgen kan hebben voor de opsporing en vervolging van strafbare feiten”. In de omstreden wet is geen onafhankelijke toetsing geregeld voor de toegang tot de bewaarde privégegevens. Het Openbaar Ministerie dat dit zou moeten doen, is niet onafhankelijk, concludeert de rechter.

Onder meer de Nederlandse Vereniging van Journalisten, de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten en privacyvoorvechter Privacy First eisten in een kort geding dat de wet buiten werking zou worden gesteld. Het Europese Hof van Justitie bepaalde vorig jaar dat het opslaan van communicatiegegevens van iedereen -zonder concrete verdenking- een zware aantasting van de privacy is en niet is toegestaan.

„De rechter heeft een einde gemaakt aan het verplicht bewaren van communicatiegegevens van iedereen, inclusief niet-verdachte burgers”, reageert een van hun advocaten Fulco Blokhuis. „Het belang van privacy weegt terecht zwaarder. Het oordeel van de rechter is in lijn met adviezen van het College Bescherming Persoonsgegevens en de Raad van State.”

„Deze uitspraak is geen verrassing. De Nederlandse wet was in strijd met het Europese recht”, constateert advocaat Otto Volgenant. „Dit is een overwinning voor journalisten en advocaten die moeten kunnen rekenen op de vertrouwelijkheid van hun communicatie. En dit is vooral een overwinning voor de privacy van alle burgers.””

Bron: http://www.telegraaf.nl/binnenland/23786783/__Streep_door_bewaarplicht__.html, 11 maart 2015.