Telegraaf.nl, 12 januari 2015: ‘Kort geding over Wet Bewaarplicht Telecommunicatie’

“Op 18 februari 2015 vindt het in december reeds aangekondigde kort geding tegen de Staat over de Wet Bewaarplicht Telecommunicatie plaats bij de Rechtbank Den Haag.

In het kort geding eist een brede coalitie van organisaties en ondernemingen dat de wet buiten werking wordt gesteld. De eisers zijn privacy-voorvechter Privacy First, de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten, de Nederlandse Vereniging van Journalisten, het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten, internetprovider BIT en telecomaanbieders VOYS en SpeakUp. De procedure wordt gevoerd door Boekx Advocaten in Amsterdam.

Volgens de eisende partijen is de Wet Bewaarplicht Telecommunicatie in strijd met fundamentele grondrechten die privéleven, communicatie en persoonsgegevens beschermen. Dat was vorig jaar ook het oordeel van zowel de Raad van State als het Europese Hof van Justitie. De Nederlandse regering weigert niettemin de Wet Bewaarplicht Telecommunicatie buiten werking stellen.

Op 8 april 2014 verklaarde het Europese Hof van Justitie de Dataretentierichtlijn 2006/24/EG in zijn geheel en met terugwerkende kracht ongeldig. Volgens het Hof is het lange tijd vastleggen van communicatiegegevens van iedereen, zonder concrete verdenking, in strijd met fundamentele rechten van privacy. Er moeten volgens het Hof objectieve criteria worden toegepast om de noodzaak van verzamelen en opslaan vast te stellen, en er moet voorafgaande controle zijn door een onafhankelijk instantie of rechter. Het onbeperkt ongericht verzamelen van metadata in het kader van zogenaamde ‘mass surveillance’ is volgens het Hof niet toegestaan.

In Nederland is regelgeving op dit gebied vastgelegd in de Wet Bewaarplicht Telecommunicatie, die grotendeels overeenkomt met de Dataretentierichtlijn. De wet houdt in dat telecombedrijven en internetproviders diverse gegevens over internet- en telefoniegebruik zes tot twaalf maanden moeten bewaren zodat Justitie die kan gebruiken. De Raad van State oordeelde vorig jaar dat de wet in strijd is met de grondrechten die privéleven, communicatie en persoonsgegevens beschermen. De Nederlandse regering legt het advies van de Raad van State naast zich neer en weigert de wet buiten werking te stellen. De wet wordt gehandhaafd totdat een aanpassing in werking is getreden, en dat kan nog meer dan een jaar duren.

Volgens Vincent Böhre van Privacy First worden de privacyrechten van burgers door deze mass surveillance massaal geschonden. Het is naar zijn mening onacceptabel dat de Nederlandse regering hier aan vast blijft houden nadat de hoogste Europese rechter al in april 2014 duidelijk heeft gezegd dat deze privacyschending niet is toegestaan.

Thomas Bruning, secretaris van de Nederlandse Vereniging van Journalisten, stelt dat telecombedrijven en internetproviders nu verplicht zijn een grote hoeveelheid gegevens over de communicatie van alle burgers te bewaren. Ook van journalisten en hun bronnen. De overheid heeft toegang tot die gegevens. Er is volgens Bruning geen enkele waarborg voor bronbescherming.

Alex Bik van internetprovider BIT zegt dat internetproviders en telecomaanbieders in een spagaat zitten omdat  ze door de Nederlandse wet worden gedwongen om gegevens te bewaren, terwijl dat duidelijk in strijd is met de privacyrechten van de klanten.

“De Nederlandse regelgeving is in strijd is met de geldende Europese fundamentele grondrechten”, zo stelt Fulco Blokhuis, partner bij Boekx Advocaten. “Dat is even verontrustend als onwenselijk. Het handhaven van deze wet is onrechtmatig, zowel richting burgers als richting bedrijven die verkeersgegevens onder zich hebben en moeten houden.””

Bron: http://www.telegraaf.nl/binnenland/23547472/__Kort_geding_dient_op_18_februari__.html, 12 januari 2015.