250.000 verzoeken aan telefoondatabase per maand

‘Elke maand kwart miljoen verzoeken om gegevens telecom-gebruikers’

Het CIOT (Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie) is onderdeel van het Ministerie van Justitie en bemiddelt tussen opsporings-, inlichtingen- en veiligheidsdiensten en de aanbieders van telecommunicatiediensten. Het informatiesysteem van het CIOT wordt dagelijks gevoed met gegevens van 110 aangesloten providers. Bevoegde overheidsdiensten kunnen vervolgens gegevens als naam, adres, woonplaats, ip-adres, e-mailadres en telefoonnummer uit de database opvragen als dat nodig is voor strafvordering, inlichtingenverzameling of hulpverlening in noodsituaties. Ze dienen dan wel een gerechtelijk bevel of een vordering van een bevoegde opsporingsambtenaar te kunnen overhandigen.

Maandelijks ontvangt het CIOT een kwart miljoen aanvragen van opsporingsdiensten, zo vertelde René Bladder van de organisatie deze week tijdens de Ripe 58-bijeenkomst in Amsterdam. Dat zou neerkomen op 3 miljoen aanvragen per jaar en dat is een half miljoen meer dan waar het Ministerie van Justitie rekening mee houdt. Het aantal aanvragen is in de loop der jaren fors gestegen: in 2007 werden 1,9 miljoen verzoeken bij het Ciot neergelegd en in 2006 waren dat er nog 1,6 miljoen.

Bij deze gegevens zijn de aanvragen van de inlichtingendiensten niet meegenomen. In 2005 ontving het CIOT bijvoorbeeld 600.000 aanvragen voor bel-gegevens, maar op basis van een uitspraak van KPN-manager Justitieel Aftappen en Monitoren werd berekend dat daar nog eens 300.000 aanvragen van inlichtingen- en veiligheidsdiensten bijkwamen. Als die cijfers kloppen en de verhouding niet gewijzigd is, zou het totaal dit jaar op 4,5 miljoen aanvragen komen.

Bladder snapt de toename wel: “De rol van telecommunicatiediensten is de laatste jaren zo enorm toegenomen, dat het niet vreemd is dat opsporingsdiensten ook steeds meer geïnteresseerd zijn.” Volgens Bladder worden veruit de meeste aanvragen in het kader van het Wetboek van Strafrecht gedaan en is  slechts een beperkt deel bedoeld voor noodhulp of levensbedreigende situaties.

Het totaal kan in de toekomst nog verder oplopen: op 23 juni begint de behandeling van de wet op de  Bewaarplicht Telecommunicatiegegevens. Als deze wet wordt aangenomen kunnen de opsporings-, inlichtingen- en veiligheidsdiensten gegevens nog 12 maanden na dato opvragen. Momenteel is de termijn nog 24 uur. Bladder voorziet dat zijn organisatie de opslagruimte moet vergroten als het voorstel wordt aangenomen. Of het voorstel wordt aangenomen is echter nog onzeker: de Eerste Kamer staat kritisch tegenover het wetsvoorstel.

Update 16.30: Aanvulling dat naast een gerechtelijk bevel ook een vordering van een bevoegde opsporingsambtenaar toegang geeft tot het Ciot-systeem.