Privacy First eist PSD2-Me-Niet-register.

Vanaf begin 2019 wordt in Nederland ‘PSD2’ van kracht (Payment Service Directive 2). Met deze nieuwe Europese bankenwet kunnen consumenten hun bankgegevens delen met andere partijen dan hun eigen bank. Hiermee komt de privacy onder druk te staan.

Na uitdrukkelijke toestemming van een rekeninghouder is een bank straks verplicht alle transactiedata van de rekeninghouder met een externe partij (financiële dienstverlener) delen voor een periode van 90 dagen, waarna de consument zijn toestemming kan vernieuwen. Tevens kan de rekeninghouder zijn toestemming op ieder moment intrekken.

Het gaat hier om alle transactiedata. Hoe ver deze gegevens terug gaan verschilt per bank. De Consumentenbond maakte een overzicht: Meerderheid bewaart rekeningafschriften ten minste 5 jaar.

PSD2 baart Privacy First grote zorgen

Privacy First heeft grote zorgen rond PSD2. De wet is teveel gericht op het verbeteren van mededinging en innovatie en het privacybelang van de rekeninghouders is uit het oog verloren. De grootste bezwaren van Privacy First zijn:

  • Rekeninghouders kunnen de hoeveelheid bankgegevens niet beperken. Zelfs als een financiële dienstverlener deze gegevens niet nodig heeft, wordt na het geven van toestemming toch alle data gedeeld.
  • In de bankgegevens van een rekeninghouder staan ook de gegevens van andermans tegenrekening. Deze persoon weet niet dat zijn gegevens gedeeld worden en kan dit ook niet verhinderen. Doordat de transactiedata via Big Data en data-analyses veel breder geanalyseerd zullen worden dan voor de inwerkingtreding van PSD2 ontstaan grote risico’s op privacyschendingen.
  • Bankgegevens bevatten “bijzondere persoonsgegevens” die alleen onder strikte voorwaarden verwerkt mogen worden. Een contributiebetaling aan een vakbond, politieke partij of organisatie die seksuele voorkeur onthult, moet volgens Privacy First gezien worden als bijzonder (gevoelig) persoonsgegeven. Ook transacties met zorgverleners en apotheken moeten als bijzondere persoonsgegevens worden gezien. Op dit moment bestaat geen mogelijkheid deze gegevens te filteren en worden ze verstrekt aan partijen die deze gegevens niet mogen verwerken.

De verwerking van bijzondere persoonsgegevens is in pincipe verboden, tenzij er een uitdrukkelijk grondslag voor verwerking is (zoals toestemming) (artikel 9 AVG en art. 22 UAVG).

Tijdens de uitzending van AVROTROS Radar van maandagavond 7 januari 2019 vroeg Privacy First nadrukkelijk aandacht voor deze zaken.

PSD2-keurmerk voor transparantie

Privacy First wil dat consumenten eerlijk en transparant geïnformeerd worden over wat er met hun gegevens gebeurt. In plaats van lange privacy-statements pleit Privacy First voor onafhankelijke informatie op één A4, waarbij door consumenten vastgestelde informatie wordt geboden. Rekeninghouders kunnen immers zelf het beste bepalen welke informatie zij waardevol vinden bij het maken van een keuze. Gedurende 2018 werkte Privacy First aan dit initiatief samen met de Volksbank en andere partners uit de financiële sector.

PSD2-me-niet-register

Privacy First is verbaasd dat er geen aandacht is geweest voor de rol van “bijzondere persoonsgegevens” in transactiedata. Deze gegevens mogen alleen onder strikte voorwaarden gedeeld worden en moeten dus gefilterd kunnen worden. Ook consumenten die niet willen dat hun gegevens door anderen worden gedeeld met financiële dienstverleners moeten de mogelijkheid krijgen dit te voorkomen. Daarom wil Privacy First een opt-out register voor PSD2, vergelijkbaar met het bel-me-niet-register.

Tijdens de uitzending van Radar kondigde Privacy First aan het initiatief voor dit voorstel te nemen, waarbij wij ernaar streven dit met de financiële sector en politiek verder te ontwikkelen. Het doel daarbij is dat het gebruik van een opt-out register verplicht wordt gesteld. De Europese PSD2-richtlijn zal hiervoor aangepast moeten worden.