Gerechtshof: UBO’s kunnen zelf om afscherming vragen
De Nederlandse rechter heeft in hoger beroep geoordeeld in het kort geding dat Privacy First aanhangig maakte over het UBO-register. Net als de voorzieningenrechter heeft het gerechtshof Den Haag helaas de vorderingen van Privacy First afgewezen.
De voorzieningenrechter bevestigde eerder dat er alle aanleiding is om te twijfelen aan de rechtsgeldigheid van de Europese witwasrichtlijnen die de grondslag vormen voor het UBO-register. De rechter oordeelde dat niet valt uit te sluiten dat de hoogste Europese rechter, het Hof van Justitie van de EU, tot de conclusie zal komen dat het openbare karakter van het UBO-register zich niet verhoudt met het evenredigheidsbeginsel. De uitspraak van het Hof van Justitie van de EU wordt medio 2022 verwacht.
Gevolg van de uitspraak
Bestaande rechtspersonen hoeven tot 27 maart 2022 geen UBO’s te registreren. Voor nieuwe rechtspersonen ligt dat anders: die moeten wel direct hun UBO’s registreren. Het gerechtshof Den Haag vindt het niet aannemelijk dat deze UBO’s op korte termijn ernstige schade zullen lijden. Het gerechtshof wijst er op dat een UBO, die vreest dat hij door de openbaarmaking van persoonsgegevens risico’s loopt, meteen deze gegevens voor het algemene publiek kan afschermen. De Nederlandse wetgeving voorziet in deze mogelijkheid. Het gerechtshof Den Haag noemt dit ‘een eenvoudige manier om te voorkomen dat UBO-gegevens openbaar worden of blijven’. De UBO kan bij het Handelsregister een verzoek doen om afscherming. Zolang de procedure daarover loopt worden de UBO-gegevens daadwerkelijk afgeschermd. Nu het gerechtshof Den Haag zo nadrukkelijk op deze mogelijkheid wijst is de verwachting dat vele UBO’s deze route zullen volgen.
De advocaat van Privacy First, Otto Volgenant van Boekx Advocaten:
“De oplossing moet komen van de hoogste Europese rechter, het Hof van Justitie van de EU. Die zal hier medio 2022 over oordelen. Ik verwacht dat die een streep door de openbaarheid van het UBO-register zal zetten. Het Nederlandse UBO-register is nog nauwelijks gevuld en ik raad iedereen aan zolang mogelijk te wachten. De Nederlandse overheid heeft willekeurig een datum gekozen waarop UBO’s hun gegevens moeten aanleveren, namelijk 27 maart 2022. Het zou verstandig zijn om die einddatum een paar maanden op te schuiven tot na het moment dat het Hof van Justitie van de EU duidelijkheid heeft gegeven. Dat voorkomt een hoop ellende en onnodige kosten.”
Het vonnis van de kort geding-rechter staat hier en het arrest van het Gerechtshof Den Haag staat hier.
Update 14 april 2022
Nadere juridische actie van Privacy First tegen het UBO-register volgt wellicht medio 2022, afhankelijk van de uitkomst van vergelijkbare Luxemburgse rechtszaken bij het EU Hof. Recent heeft de Tweede Kamer bij motie bepaald dat er tot de uitspraak van het EU Hof geen boetes mogen worden opgelegd bij organisaties die hun UBO’s nog niet hebben ingeschreven. Tevens lijkt de UBO-registratieplicht van stichtingen en verenigingen vooralsnog niet te worden gehandhaafd. Privacy First volgt deze ontwikkelingen op de voet en probeert e.e.a. zoveel mogelijk positief te beïnvloeden.
Update 22 november 2022
Het EU Hof heeft vandaag een dikke streep gezet door de openbare toegankelijkheid van het UBO-register. De toegang van het grote publiek tot informatie over uiteindelijk begunstigden is een ernstige aantasting van de privacy. Het doel van deze regeling, de bestrijding van witwassen, rechtvaardigt deze inbreuk op de privacy niet. Aldus de hoogste Europese rechter.
Voor Nederland betekent dit dat het UBO-register per direct niet meer openbaar toegankelijk mag zijn. Privacy First roept de Minister van Financiën op dat zo spoedig mogelijk in orde te maken. De Kamer van Koophandel moet hier met één druk op de knop voor kunnen zorgen.
Update 26 november 2022
Lees hier het nader commentaar van Privacy First.