NRC Handelsblad, 27 juni 2015: ‘Niemand kan zich straks meer ongezien verplaatsen’

Fragmenten uit wekelijkse column “De Rechtsstaat” door Folkert Jensma:

“Begin deze maand sprak ik iemand uit de leiding van de Nationale Politie. Op niet al te lange termijn komt 80 procent van alle opsporingsinformatie van ,,sensoren”, meent hij. Is de politieman daar wel op voorbereid? Zou die datagolf uit camera’s, ontvangers, zenders, voelers en toetsenborden rechtstatelijk geborgd zijn? Hoe lang het bewaard mag worden, wie er bij mag, wanneer precies, hoe lang en met welk doel het mag worden verzameld? En hoe serieus moet de bedreiging zijn om ze überhaupt te mogen verzamelen? Hij was er eerlijk over. Hij dacht niet dat de politie er klaar voor is. Daarvoor gaat de techniek te hard. En de politie te langzaam.

Ziedaar de digitale rechtsstaat waarin iedere burger een wolk van informatie produceert waar de staat een schepnet doorheen haalt. Of er continu op aangesloten is, zodat de overtreder er gericht uit kan worden gevist. Kijk naar het vrachtvervoer. Er zijn al systemen die met detectielussen, laser, camera en warmtemeting gewicht, belading, banden (profiel èn spanning) en remmen controleren. Pas als er iets mis is, gaat de motoragent op pad. Weg met de steekproef dus – welkom honderd procent handhaving. Die motoragent is binnenkort trouwens ook vervangen door een camera.

We maken de laatste restjes mee van de tijd waarin een burger zich anoniem kon bewegen. Al het digitale is kwetsbaar voor meekijken, -luisteren, -lezen en -voelen. Alles wordt digitaal. Alles raakt aan internet gekoppeld, dankzij snellere chips, onbeperkte dataopslag en snellere zoekmachines. Het toezicht gaat mee en zoekt zich voorzichtig een weg.

Eind mei presenteerde het NOS Journaal de RFID-chip voor het kenteken. Op geringe afstand uitleesbaar en dus een full proof garantie dat auto en kenteken echt bij elkaar horen. Gestolen en gekloonde kentekenplaten zouden dan geschiedenis zijn. Op een kleine 8 miljoen auto’s zou dat zo’n 40.000 keer voorkomen. Het nieuws-item sloot af met de zin dat de overheid volgend jaar de chip zal invoeren. Dat moet nog wel zo worden beslist, liet de minister de Kamer weten. Maar sinds 2011 pleiten de branche en de handhavers al voor gechipte kentekenplaten. Die komen er dus wel, lijkt me.

Sindsdien kwam er een golfje privacyprotest op gang, met De Telegraaf voorop, die voor de gelegenheid criminaliteit wat minder belangrijk vond. Die krant ziet in het gechipte kenteken een enkelband voor iedere Nederlander. De kernvraag is of we inderdaad aan alle 8 miljoen auto’s zwakke zendertjes moeten hangen omdat er met 40.000 kentekens misdrijven worden gepleegd. Zegt u het maar. De belangengroep Privacy First, dat in deze kwesties als schrikdraad functioneert, meent dat de kentekenchip past in een groter overheidsplan om via ‘portals’ op de snelweg de bewegingen van alle auto’s te kunnen volgen. En het systeem zou aanknopen bij een Europese datastructuur waarin lidstaten al hun auto-informatie uitwisselbaar maken. Daarmee is de EU surveillancestaat realiteit en kan niemand zich meer ongezien of anoniem verplaatsen. Of te hard, te dicht op elkaar, te lang of te vervuilend rijden, zonder dat dit gevoeld of gezien wordt.

(…)

Het roept ook de vraag op waarom kentekens überhaupt nog zouden bestaan. Een uitleesbare, gekoppelde chip volstaat; het verkeersnetwerk van lussen, camera’s en sensoren doet de rest. Waarom rusten we trouwens auto’s net als vliegtuigen niet meteen uit met een transponder, die permanent de locatiegegevens uitzendt? Dan is alles opgelost – centrale verkeersregie en -handhaving liggen voor het grijpen. Zo bezien is een kentekenchip met een zendbereik van slechts 20 meter echt een héle privacyvriendelijke oplossing. Die maar doen dan?”

Bron: NRC Handelsblad, 27 juni 2015. De volledige versie is online beschikbaar via http://www.nrc.nl/handelsblad/van/2015/juni/27/niemand-kan-zich-straks-meer-ongezien-verplaatsen-1510618.