Privacy First waarschuwt Tweede Kamer voor gevolgen van wetsvoorstel Wtmo

In mei dit jaar stuurde Stichting Privacy First een brandbrief aan de Tweede Kamer over een wetsvoorstel inzake vermeende ‘ongewenste’ geldstromen naar maatschappelijke organisaties: het wetsvoorstel transparantie en tegengaan ondermijning door maatschappelijke organisaties (Wtmo). Het Kamerdebat over dit wetsvoorstel stond destijds voor eind mei gepland. Wegens talloze bezwaren vanuit het maatschappelijk middenveld had de behandeling van dit wetsvoorstel reeds jarenlang stilgelegen. Sinds vorig jaar is het wetsvoorstel tevens onderdeel van een breder onderzoek door het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Na onze (en andermans) waarschuwingen werd het Kamerdebat uitgesteld en staat dit nu opnieuw gepland voor begin februari dit jaar. Reden voor Privacy First om onze eerdere waarschuwingen kort en krachtig te herhalen. Vandaag verzond Privacy First daartoe onderstaande brief (pdf) aan de Tweede Kamer.

Geachte Kamerleden,

Stichting Privacy First constateert met grote teleurstelling dat het voorstel voor de Wet transparantie en tegengaan ondermijning door maatschappelijke organisaties (Wtmo, 35646) nog steeds op de agenda van de Tweede Kamer staat. Dit ondanks het feit dat een groot aantal non-profit organisaties inmiddels heeft geprobeerd aan u duidelijk te maken dat dit een overbodig en schadelijk wetsvoorstel is.

Graag brengen wij nogmaals onder uw aandacht dat het wetsvoorstel de positie van het maatschappelijk middenveld in Nederland ondermijnt en de geefbereidheid zal doen afnemen:

  • Het wetsvoorstel is ongeschikt om ongewenste financiële beïnvloeding tegen te gaan en voegt niets toe aan alle mogelijkheden die daartoe nu al in het Nederlandse recht bestaan (onder andere artikel 2:297 lid 1 BW).
  • Het voorstel richt zich ten onrechte uitsluitend op non-profit organisaties en donaties en maakt de hele non-profit verdacht, terwijl ongewenste beïnvloeding ook via andere financiële wegen dan donaties kan plaatsvinden.
  • Het wetsvoorstel legt een overbodige extra administratieplicht van persoonsgegevens op aan alle non-profit organisaties, terwijl de bestaande informatie (gegevens van de bankrekening) voldoende behoort te zijn en de noodzaak van meer gegevens (‘herkomst’, ‘doel’) en een bewaartermijn van zeven jaar niet zijn onderbouwd. De gegevensbeschermingsrisico’s voor donateurs zullen hierdoor exponentieel toenemen.
  • De nieuwe verplichtingen om donaties in natura te registreren en waarderen kunnen het einde van vrijwilligerswerk voor non-profit organisaties betekenen, vooral als dat vrijwilligerswerk door professionals wordt gedaan die hun vaardigheden in het maatschappelijk belang willen inzetten.
  • Ten onrechte wordt de algemene administratieplicht uitgewerkt in een algemene maatregel van bestuur waarvan de inhoud nog niet bekend is.
  • Het voorstel bevat bevoegdheden voor een groot aantal overheidsinstanties, terwijl die bevoegdheden daar niet thuishoren en een volwassen toezicht op die instanties en een adequate rechtsbescherming voor burgers en maatschappelijke organisaties ontbreekt.

Kortom: de Wet transparantie en tegengaan ondermijning door maatschappelijke organisaties hoort er NIET te komen!

Voor een uitgebreide toelichting verwijzen wij naar onze eerdere brief van 21 mei jl. (zie nieuwsbericht en brief).

Hoogachtend,

Stichting Privacy First