Stand van zaken na drie jaar campagne tegen nieuwe EPD-wet: nog steeds werk aan de winkel

De campagne Specifieke Toestemming van Privacy First en het Platform Bescherming Burgerrechten maakt na drie jaar actie de balans op.

Na bijna drie jaar actie te hebben gevoerd tegen de nieuwe EPD-wet van minister Schippers, mag onze campagne Specifieke Toestemming een bescheiden maar belangrijk succes vieren. De wet waartegen we hebben gelobbyd, is tot onze spijt aangenomen. Er zijn echter een aantal belangrijke lichtpunten, en nog meer redenen om de komende tijd deze wet en haar gevolgen zeer kritisch te blijven volgen. We beginnen met de lichtpunten:

Onze campagnemissie kreeg brede steun van maatschappelijke organisaties en academici

Een groot aantal maatschappelijke organisaties en academici op het gebied van privacy, ICT en gezondheidszorg onderschrijft de missie van onze campagne al sinds haar lancering. Die brede steun laat zien dat vele organisaties en personen met deskundigheid en statuur onze zorgen delen. Ons standpunt is dan ook verre van controversieel: we strijden om de rechten die patiënten al sinds vanouds hebben in de zorg ook te waarborgen bij het digitaal uitwisselen van medische gegevens. We zijn desalniettemin trots dat we al die tijd namens een grote en relevante groep onze boodschap onder de aandacht hebben kunnen brengen.

We hebben de politieke discussie over patiëntprivacy en toestemming op scherp gesteld

Vanaf haar lancering heeft Specifieke Toestemming een zeer duidelijk onderscheid gemaakt tussen specifieke, rechtmatige toestemming zoals die is vastgelegd in privacywetgeving en mensenrechtenverdragen, en de brede, generieke toestemming die minister Schippers mogelijk wilde maken met dit wetsvoorstel. Daarmee hebben we een belangrijke invloed gehad op hoe er over deze wet is gediscussieerd. Regelmatig werd onze input aangehaald in debatten die Eerste en Tweede Kamerleden met de minister voerden. Ook waren we deel van het expertpanel waarmee de Eerste Kamer in april dit jaar een hoorzitting organiseerde over de privacy-aspecten van de nieuwe EPD-wet.

Voor het eerst sinds de verwerping van het Elektronisch Patiëntendossier (EPD) werd weer een stevig inhoudelijk debat over patiëntprivacy gevoerd. We hopen dat onze campagne een basis heeft gelegd voor een duurzame discussie over hoe vertrouwelijkheid in de zorg in het digitale tijdperk dient te worden gewaarborgd.

Dankzij een cruciale motie blijven privacyvriendelijke alternatieve systemen mogelijk

Met de aanname van de motie-Teunissen, waarvoor we in de laatste dagen van het wetgevingstraject hard hebben gelobbyd, kunnen alternatieve systemen naast het Landelijk Schakelpunt (LSP) blijven bestaan. De regering wordt in de motie verzocht “ervoor zorg te dragen dat toegang tot het medisch dossier niet alleen gecentraliseerd, maar ook decentraal mogelijk zal blijven.”

Er zitten grote risico’s aan een centraal toegangssysteem zoals het LSP, zo waarschuwden hoogleraren tijdens de expertmeetings in de Eerste Kamer. Met de motie-Teunissen blijft het mogelijk om bij elke zorgverlener apart te kunnen aangeven welke gegevens deze met welke andere zorgverleners mag delen – zonder dat dit aan een centraal systeem zoals het LSP is verbonden. Zo voorkom je als patiënt dat je toestemmingen (en dus ook informatie over welke zorgverleners je bezoekt) in een landelijk register worden opgeslagen en blijven ze alleen bij de zorgverlener bewaard.

Er zal uiteraard krachtig op moeten worden toegezien dat de motie ook echt vorm krijgt en uitgevoerd wordt.

Helaas zijn er weinig echte lichtpunten te melden:

In zijn algemeenheid is deze wet een privacydraak die de patiëntprivacy en het medisch beroepsgeheim ondermijnt. Hieronder lichten we toe waarom, en waarop we de komende tijd strak moeten gaan letten.

De “gespecificeerde toestemming” die patiënten straks moeten geven is onbegrijpelijk

Deze wet introduceert een problematische vorm van toestemming: gespecificeerde toestemming. Anders dan de naam doet vermoeden, is deze vorm van toestemming weinig specifiek. Het kan alles betekenen van een ongerichte toestemming om tienduizenden zorgverleners in Nederland inzage in je dossier te geven, tot het beschikbaar stellen van een doktersrecept voor de apotheker om de hoek.

Gespecificeerde toestemming creëert de mogelijkheid om patiënten een vage toestemmingsvraag te stellen met onoverzichtelijke gevolgen. Een voorbeeld daarvan kan nu al worden gevonden in de folders die VZVZ verspreidt voor deelname aan het LSP. Mensen worden geregeld een opt-in formulier onder de neus geschoven met het verzoek te tekenen omdat anders de medicatieveiligheid niet gegarandeerd zou kunnen worden. Vergelijkbare risico’s voorzien we voor het nog te introduceren online patiëntenportaal, waarmee patiënten straks zelf de regie zouden moeten voeren over wie hun medische gegevens kunnen inzien. Hoe geïnformeerd is de toestemming die patiënten geven? Hoe wordt voorkomen dat men uit onwetendheid of “voor de zekerheid” maar een brede, ongerichte toestemming geeft? De praktijk van “gespecificeerde toestemming” zal scherp in de gaten gehouden moeten worden.

Overigens staat nog niet eens vast of de patiënt in de praktijk echt zo’n specifieke keus zal kunnen maken. De minister heeft het er zelf vooral over dat toestemming gegeven moet kunnen worden voor categorieën van zorgverleners. De huidige systemen (lees: het LSP) zijn niet uitgerust om iets anders dan generieke toestemming te geven en ICT-partijen en zorgkoepels moeten de komende drie jaar “gespecificeerde toestemming” vormgeven en implementeren – tot nog toe lijken deze partijen de toestemming steeds zo ruim mogelijk te willen maken. We bevelen de Tweede Kamer daarom met klem aan om dit traject kritisch te volgen. Om te voldoen aan de motie-Bredenoord (D66) zouden zowel de juridische uitwerking van “gespecificeerde toestemming” als de implementatie ervan onderwerp moeten zijn van Privacy Impact Assessments en de eisen zoals geformuleerd in de motie-Franken (2011).

De komende drie jaar wordt het uit de wet geschrapte Generieke Toestemming gedoogd

In de drie jaar dat “gespecificeerde toestemming” moet worden uitgewerkt en geïmplementeerd, wil de minister dat patiënten generieke toestemming kunnen geven: de toestemmingsvorm die de Tweede Kamer juist uit het wetsvoorstel schrapte. Dit plan diende minister Schippers zelf nog in tijdens de behandeling in de Senaat. Een kwalijke zaak waartegen Specifieke Toestemming fel heeft geageerd.

Hierdoor krijgt het LSP, dat zo ongeveer alles waartegen Specifieke Toestemming campagne voert in de praktijk brengt, ruim baan. Ook zullen de generieke toestemmingen die in de komende drie jaar worden gegeven naderhand geldig blijven. In de praktijk zal dit plan er dan ook op neerkomen dat VZVZ deze periode kan gebruiken om zoveel mogelijk patiënten met een brede generieke toestemming te laten deelnemen aan het LSP. De monopoliepositie van dit systeem zal dan binnen niet al te lange tijd een voldongen feit zijn.

Specifieke toestemming blijft echter een fundamenteel recht, vastgelegd in artikel 8 van het EVRM. Daar verandert de invoering van bredere toestemmingsvormen niets aan. Daarom is het ook zo kwalijk dat het LSP, een systeem dat enkel met generieke toestemming werkt, nu vrij doorgang krijgt. Er moet op worden toegezien dat ook na de invoering van dit wetsvoorstel het mogelijk blijft om specifiek toestemming te verlenen. Om dat recht op te eisen, is het nog steeds mogelijk om vanaf de website van Specifieke Toestemming een zeggenschapsbrief naar uw zorgverlener te sturen.

Het digitaal inzage- en afschriftrecht verklaart de patiëntprivacy vogelvrij

Tot slot hebben we grote bedenkingen bij het nieuwe recht van de patiënt om online een kopie van het medisch dossier te downloaden of dit in één keer te uploaden naar de cloud. Zonder de dossierhoudend arts (die een beroepsgeheim heeft) als tussenpersoon lopen patiënten een groot risico om hun medische gegevens zonder veel nadenken, met een druk op de knop af te staan aan partijen die niet gebonden zijn aan het beroepsgeheim. Zowel de LHV als de KNMG hebben reeds aangegeven grote risico’s te zien in een dergelijke achterdeur naar het medisch dossier.

De Tweede Kamer zou de implementatie van het online patiëntenportaal, dat ook toegang gaat geven tot de digitale kopie van het medisch dossier, daarom ook zeer kritisch moeten volgen.

Andere zaken om de komende tijd in de gaten te houden:

VP Huisartsen voert een rechtszaak tegen de landelijke uitrol van het LSP. De bodemprocedure startte in 2014 en momenteel loopt de cassatiezaak bij de Hoge Raad. In deze zaak speelt ook de toestemming die patiënten in het LSP kunnen geven een belangrijke rol.

Wetsvoorstel 33980 geeft zorgverzekeraars de bevoegdheid om bij een vermoeden van fraude het medisch dossier bij zorgverleners op te eisen. Dit alles zonder voorafgaande toestemming van de patiënt. Een onnodige en disproportionele inbreuk op de patiëntprivacy. PrivacyBarometer heeft een brievenactie waaraan iedereen zou moeten meedoen.

De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) moet intensiever toezien op de uitwisseling van medische gegevens, zo stelt een motie van de Eerste Kamer. We maken ons echter grote zorgen over hoe de toezichthouder deze taak inhoudelijk zal opvatten. In de afgelopen jaren heeft de AP juist het LSP gefaciliteerd, door goedkeuring te verlenen aan de private uitrol van het systeem.