Webwereld, 8 aug. 2012: ‘Raad van State: geen paspoort zonder vingerafdruk’

De hoogste bestuursrechter trekt voorlopig een streep door alle biometrische gewetensbezwaren tegen de vingerafdrukken in het paspoort. Weigeraars krijgen geen paspoort of tijdelijke ID-kaart.

Een nieuwe tegenslag voor de vechters tegen opnemen van biometrische gegevens in het paspoort. De Raad van State geeft in een voorlopig oordeel klaagster Myrthe Roest ongelijk. Die weigerde principieel bij aanvraag van haar paspoort haar vingerafdrukken te geven, omdat dit in strijd was met haar recht op privacy.

Geen vingerafdruk, geen ID-kaart

De gemeente Amsterdam nam daarop haar aanvraag niet in behandeling. Ook een tijdelijke identiteitskaart zonder vingerafdrukken behoorde niet tot de mogelijkheden.

Roest stapte naar de bestuursrechter. De Raad oordeelt nu dat ambtenaren geen paspoort mogen uitgeven zonder digitale vingerafdrukken op de chip, omdat dit Europees is geregeld.

“Het afgeven van een paspoort zonder vingerafdrukken zou betekenen dat de Europese regels buiten toepassing moeten worden gelaten. Dat kan alleen als er ernstige twijfel bestaat of die regels in overeenstemming zijn met het recht op privacy. Naar het voorlopig oordeel van de Raad van State ‘bestaat er onvoldoende grond voor die ernstige twijfel'” schrijft de hoogste bestuursrechter.

Bodemprocedures lopen

Het betreft echter een kort geding, en er lopen enkele bodemprocedures, waar de zaak grondig zal worden uitgezocht.

Burgerrechtenbeweging Privacy First is teleurgesteld in het vonnis. Volgens woordvoerder Vincent Böhre had de gemeente zeker een tijdelijke ID-kaart moeten afgeven, omdat dit niet onder de EU-regels valt. Bovendien wil de Tweede Kamer af van het biometrisch paspoort. “Daarnaast is er feitelijk sprake van een biometrisch foutenpercentage van 21-25 procent en worden de in het document opgeslagen vingerafdrukken (mede om die reden) in het geheel niet gebruikt”, aldus Böhre.

Lakei van de EC

“Met dit vonnis toont deze rechter zich in deze zaak vooral een lakei van de Europese Commissie i.p.v. een dienaar van de mensenrechten in eigen land. Het is te hopen dat de Raad van State bij de uitspraak in een drietal vergelijkbare bodemprocedures alsnog juridische ruggengraat zal tonen.”

Dit bodemvonnis wordt medio september verwacht.”

Bron: Webwereld