Gaat de Eerste Kamer het referendum redden?

Kabinet wil referendum afschaffen. Privacy First trekt aan de bel.

Ondanks het succesvolle referendum over de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten wil het Nederlandse kabinet het raadgevend referendum afschaffen. Een nationaal referendum is echter een democratische verworvenheid die niet zomaar, zonder legitieme aanleiding, kan worden afgeschaft. Dergelijke afschaffing is in dat geval mogelijk in strijd met internationaal recht. Begin dit jaar heeft Privacy First de Tweede Kamer hier tevergeefs op geattendeerd.

Vervolgens heeft Privacy First een vergelijkbare waarschuwing gericht aan de Eerste Kamer, waar relatief meer juridische (inclusief internationaalrechtelijke) kennis aanwezig is. De Eerste Kamer nodigde daarop Privacy First uit voor deelname aan de expert-meeting over de Wet intrekking raadgevend referendum op 27 maart jl. Wegens buitenlands verblijf was Privacy First die dag echter verhinderd, waarop de Eerste Kamer (mede op advies van Privacy First) prof. Fred Soons uitnodigde om de internationaalrechtelijke aspecten rond afschaffing van het raadgevend referendum te belichten, waaronder met name het aspect van het internationaal zelfbeschikkingsrecht in interne (democratische) zin. De schriftelijke inbreng (position paper) van prof. Soons vindt u HIER in pdf.

Van de expert-meeting in de Eerste Kamer is een volledige videoregistratie en schriftelijk verslag beschikbaar. Begin dit jaar vond in de Tweede Kamer een vergelijkbare, kritische expert-meeting plaats (video). Naar aanleiding van beide expert-meetings zijn door de Eerste Kamer op 24 april jl. talloze kritische vragen aan het kabinet gesteld, waaronder de vraag of intrekking van het raadgevend referendum in strijd is met het zogeheten regressieverbod in het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten. Privacy First ziet de beantwoording van deze vragen met belangstelling tegemoet.

Nieuw referendum over Donorwet

Terwijl de Eerste Kamer zich de komende weken buigt over de mogelijke afschaffing van het raadgevend referendum, is reeds een nieuw referendum in de maak: het referendum over de nieuwe, controversiële Donorwet. Op https://referendum.nl kunt u uw steunbetuiging voor dit referendum indienen. De weerstand onder de Nederlandse bevolking tegen de nieuwe Donorwet is groot. Privacy First verwacht dan ook dat het benodigde aantal handtekeningen voor een referendum over deze wet spoedig zal kunnen worden behaald.

Brief Privacy First

Hieronder volgt de volledige tekst van onze brief aan de Eerste Kamer d.d. 8 maart 2018:

Geachte Kamerleden,

De komende periode debatteert u over de mogelijke intrekking van de Wet raadgevend referendum. In dit verband attendeert Stichting Privacy First u hierbij graag op een internationaalrechtelijk aspect dat tot nu toe niet bij het parlementaire debat lijkt te zijn betrokken, maar dat niettemin uiterst relevant is: het referendum als een vorm van collectief zelfbeschikkingsrecht. Dit recht behoort van oudsher tot de krachtigste en meest omvattende rechten ter wereld en geniet brede internationale bescherming. Nationale inperking van dit recht kan voor Nederland dan ook de nodige repercussies hebben. Hieronder lichten wij dit kort toe.

Referendum als een vorm van democratisch zelfbeschikkingsrecht: relevante VN-verdragen

Internationaalrechtelijk gezien is een nationaal referendum een vorm (of uiting) van democratisch zelfbeschikkingsrecht, d.w.z. het collectieve recht van een volk c.q. nationale bevolking om haar eigen toekomst te bepalen. Dit recht is o.a. vastgelegd en ontwikkeld onder art. 1 van het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (IVBPR) en het identieke art. 1 van het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten (IVESCR). Onder het IVBPR kan over de schending van dit recht een klacht worden ingediend bij het toezichthoudende verdragsorgaan: het VN Mensenrechtencomité in Genève. Tevens dient Nederland zich periodiek bij dit VN-comité te verantwoorden over de algehele Nederlandse naleving van het IVBPR in brede zin, inclusief (indien aan de orde) de Nederlandse naleving van het collectieve recht op zelfbeschikking van de Nederlandse bevolking. Mocht uw Kamer dus besluiten tot afschaffing van het raadgevend referendum, dan ligt het in de lijn der verwachting dat de Nederlandse regering zich hierover bij de Verenigde Naties zal moeten verantwoorden. De betreffende Nederlandse periodieke sessie bij het VN Mensenrechtencomité staat reeds geagendeerd en zal waarschijnlijk later dit jaar of begin 2019 plaatsvinden. Hierbij zal overigens ook de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (‘Sleepwet’) kritisch aan de orde komen, zo heeft het VN Mensenrechtencomité reeds in mei 2017 bekendgemaakt.

Mogelijke schending art. 1 IVBPR en art. 1 IVESCR door afschaffing referendum

Bovenstaande geldt tevens voor het IVESCR en het toezichthoudende IVESCR-Comité, dat eveneens in Genève zetelt. Onder dit verdrag dient het collectieve recht op zelfbeschikking continu te worden bevorderd en ‘progressief te worden verwezenlijkt’. Zogeheten ‘retrogressive measures’ (zoals afschaffing van een bestaand recht op een referendum) “would require the most careful consideration and would need to be fully justified”, aldus het IVESCR-Comité in haar General Comment No. 3 (The nature of States parties obligations under the ICESCR). Dit betekent dat Nederland het raadgevend referendum slechts op internationaalrechtelijk geoorloofde wijze kan afschaffen indien dit na uiterst zorgvuldige afwegingen gebeurt en (objectief aantoonbaar) volledig gerechtvaardigd is. In casu lijkt hiervan echter geen sprake. Daarmee vormt afschaffing van het raadgevend referendum een mogelijke schending van art. 1 IVESCR. Onder het Facultatief Protocol bij het IVESCR zal hierover een individuele of collectieve klacht bij het IVESCR Comité kunnen worden ingediend. Tevens zal deze kwestie aan de orde kunnen komen bij de periodieke beoordeling van de algehele Nederlandse naleving van het IVESCR door het IVESCR-Comité. Een daaropvolgend kritisch oordeel van het IVESCR Comité zal vervolgens – naar alle waarschijnlijkheid – door de Nederlandse rechterlijke macht gevolgd en overgenomen worden. Hetzelfde geldt voor een vergelijkbaar kritisch oordeel van het VN Mensenrechtencomité inzake mogelijke schending van art. 1 IVBPR, aangezien het collectieve zelfbeschikkingsrecht onder beide verdragen op vergelijkbare wijze wordt geïnterpreteerd en toegepast.

Kans op internationale kritiek

Op de vroegere DDR na is Nederland het enige land ter wereld dat het referendum na invoering weer lijkt te willen afschaffen. Nederland heeft daarmee de historische schijn tegen en loopt mede daardoor een verhoogde kans op internationale kritiek.

Privacy First wenst u dan ook veel wijsheid en visie toe bij uw beraadslagingen.

Hoogachtend,

 

Stichting Privacy First

Update 11 mei 2018

Het kabinet heeft de schriftelijke vragen van de Eerste Kamer inmiddels beantwoord (pdf). Zoals reeds door Privacy First was verwacht ontkent het kabinet dat afschffing van het raadgevend referendum strijdig is met het IVESCR: “[H]et kabinet [acht] het wetsvoorstel verenigbaar met het IVESCR”, aldus minister Ollongren op p. 24. Daarmee erkent het kabinet dat het IVESCR (d.w.z. het collectieve zelfbeschikkingsrecht onder art. 1) op deze kwestie van toepassing is. Dit vergemakkelijkt de indiening van een toekomstige klacht hierover bij het IVESCR Comité in Genève. Privacy First behoudt zich in dit verband alle rechten en mogelijkheden voor.

Update 15 juni 2018

Het kabinet heeft vandaag herhaald dat het de mogelijke strijdigheid van afschaffing van het referendum niet wenst te laten toetsen aan het regressieverbod onder het IVESCR (zie Nadere memorie van antwoord, p. 12). Dergelijke toetsing wordt door het kabinet blijkbaar – terecht – gevreesd.