Motie Eerste Kamer garandeert privacy bij nieuwe wetgeving

Op dinsdag 24 mei jl. nam de Eerste Kamer een belangrijke motie aan waarin een aantal privacygaranties bij nieuwe wetgeving worden bevestigd en versterkt. De motie werd met overweldigende meerderheid aangenomen (slechts de VVD stemde tegen). Een week eerder (tijdens het Kamerdebat over digitale dataverwerking) was de motie door senator Hans Franken (CDA) ingediend en hadden zelfs minister Donner en staatssecretaris Teeven laten weten dat “er allemaal dingen in staan waar wij best mee kunnen leven.” Hoewel de motie formeel gezien niet juridisch bindend is, is de inhoud ervan dat deels wel en komt aan de motie tevens groot politiek gewicht toe. De gehele motie luidt als volgt:

MOTIE VAN HET LID FRANKEN C.S.

Voorgesteld 17 mei 2011

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat het grondrecht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer in onze democratische rechtsstaat van groot belang is,

overwegende, dat er tendensen zijn om bij nieuwe wetgeving de mogelijke beperkingen op dit grondrecht uit te breiden en te versterken,

overwegende voorts, dat bij het totstandbrengen van nieuwe wetgeving uitdrukkelijk aandacht moet worden gegeven aan de vraag of de beperkingen op het grondrecht tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer gerechtvaardigd zijn,

overwegende, dat voor de beantwoording van deze vraag aansluitend aan de verdragsverplichting moet worden getoetst aan de volgende criteria:

  • 1. De noodzaak, effectiviteit en hanteerbaarheid van de maatregel,

  • 2. De proportionaliteit: de inbreuk mag niet groter zijn dan strikt noodzakelijk is,

  • 3. De resultaten van een Privacy Impact Assessment, zodat vooraf is onderzocht welke risico’s de maatregel met zich meebrengt,

  • 4. De mogelijkheid van een effectief toezicht en controle op de uitvoering van de maatregel, te realiseren door onder meer audits door de onafhankelijke toezichthouder,

  • 5. Beperking van de geldigheidsduur door een horizonbepaling of in ieder geval een evaluatiebepaling,

verzoekt de regering bij wetsvoorstellen, waarbij van een beperking op het grondrecht van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer sprake is, de hierboven genoemde criteria in de afweging en besluitvorming te betrekken en daarvan in de memorie van toelichting bij het betreffende wetsvoorstel verslag te doen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Ondertekenaars:

Franken (CDA)

Tan (PvdA)

Strik (GroenLinks)

Holdijk (SGP)

Slagter-Roukema (SP)

Staal (D66)