Privacy First in hoger beroep
Op 2 februari jl. deed de rechtbank Den Haag uitspraak in het civielrechtelijke Paspoortproces dat Stichting Privacy First en 21 mede-eisers (burgers) op 6 mei 2010 hebben aangespannen tegen de Nederlandse Staat. Voornaamste eis in deze rechtszaak is dat de nieuwe Paspoortwet onrechtmatig wordt verklaard wegens strijd met de mensenrechten, in het bijzonder het recht op privacy. Tot veler verbazing verklaarde de rechtbank op 2 februari echter zowel Privacy First als de 21 mede-eisers niet-ontvankelijk. Aan een inhoudelijke behandeling van de rechtsvragen over de nieuwe Paspoortwet kwam de rechtbank om deze reden niet toe.
Opvallend aan het vonnis is allereerst de beknoptheid ervan. Privacy First kan zich dan ook niet aan de indruk onttrekken dat de rechtbank snel van de zaak af wilde zijn. De rechtbank motiveerde het vonnis met de mededeling dat Privacy First geen eigen belang in deze zaak zou hebben en dat voor de mede-eisers slechts de weg naar de bestuursrechter open zou staan. Dit terwijl Privacy First als ideële stichting terzake juist alle belang bij deze zaak heeft en burgers nauwelijks bestuursrechtelijk bezwaar kunnen maken tegen de opslag van hun vingerafdrukken voor een nieuw paspoort of identiteitskaart. Dergelijk bezwaar is slechts mogelijk via een lange, omslachtige bestuursrechtelijke procedure.
Privacy First heeft besloten om tegen het vonnis van de rechtbank in hoger beroep te gaan. Na analyse door onze advocaten van SOLV achten wij het vonnis uitstekend aanvechtbaar, met name wat betreft de niet-ontvankelijkheid van zowel Privacy First als van de mede-eisers. (Door andere juristen wordt deze analyse gedeeld.) Het hoger beroep zal plaatsvinden bij het Hof Den Haag. Na ‘overruling’ van de eerdere niet-ontvankelijkheid zal de zaak daar alsnog inhoudelijk kunnen worden behandeld.
Lees HIER het persbericht van Privacy First ter aankondiging van het hoger beroep.
Update 17 feb. 2011: lees ook het bericht in Webwereld.