Volkskrant.nl, 19 februari 2015: ‘Bewaarplicht: buitenproportioneel of noodzakelijk kwaad?’

“Aan de al bijna tien jaar lopende discussie over de bewaarplicht kan een nieuw hoofdstuk worden toegevoegd. Gisteren diende het kort geding van belangenorganisaties tegen de Nederlandse staat over het bewaren van communicatiegegevens. Dat schendt de privacy van Nederlanders buitenproportioneel, aldus de organisaties. Nee hoor, houdt de overheid vol.

De rechten van Nederlandse burgers worden willens en wetens geschonden met de ‘mass surveillance’ van de Nederlandse Staat. De Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens die dat mogelijk maakt, moet per direct buiten werking worden gesteld. Dat is vrij vertaald de claim van een consortium van belangenverenigingen Privacy First, de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten, de Nederlandse Vereniging van Journalisten en enkele telecom- en internetproviders gisteren voor de rechtbank in Den Haag.

Meta-data
De rechtszaak tegen de staat is een zoveelste wending in een discussie die al bijna tien jaar duurt. Mogen overheden telecom- en internetproviders verplichten de communicatiegegevens van al hun klanten op te slaan? De Nederlandse overheid is van mening dat zogenoemde meta-data nodig zijn voor bestrijding van criminaliteit en het voorkomen van terrorisme.

De providers houden daarom sinds 2009 van alle Nederlandse burgers bij wie met wie belt, waar ze dat doen, maar ook met welk uniek ip-adres zij verbinding maken met het internet en wie zij vervolgens e-mailen. Telecomgegevens moeten de providers een jaar bewaren, internetdata zes maanden. Zonder gerechtelijk bevel mogen de data vervolgens worden opgeëist.
(…)
Het kort geding dat het consortium aanspande volgt op een uitspraak van het Europese Hof van Justitie. In april 2014 concludeerde de hoogste Europese rechter dat de Europese bewaarplicht een ernstige inbreuk is op de privacy en dus fundamentele rechten van de mens schaadt.

Dat de gegevens nuttig kunnen zijn voor justitiële opsporing staat ook voor het Europese Hof als een paal boven water, maar garanties waarmee inmenging in iemand zijn leven beperkt blijven tot het hoogst noodzakelijke ontbreken. Het feit dat overheden van iedere burger – zonder dat er sprake is van een verdenking van een strafbaar feit – dergelijke gegevens bewaart is een te grote inbreuk op het privéleven.

En dus ageren de belangenorganisaties al sinds vorig jaar tegen de Nederlandse wet. Die zou immers indruisen tegen de rechten die in het Handvest van de Grondrechten zijn vastgelegd. Hoewel het kabinet lange tijd volhoudt geen reden te zien om de wet aan te passen, bevestigt minister Opstelten (Veiligheid & Justitie) in november vorig jaar toch dat de bewaarplicht in strijd is met dat Handvest. Voldoende reden voor hem om nu de wet aan te scherpen.
(…)

‘Bijna laakbaar’
Hoe vaak de telecom- en internetproviders zijn gevraagd om data en hoe vaak dit direct tot een veroordeling heeft geleid is tot op heden onduidelijk. Jacob Kohnstamm, voorzitter van privacytoezichthouder College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) noemde het eind januari al ‘bijna laakbaar’ dat de effectiviteit van de bewaarplicht niet is aangetoond. Datzelfde CBP maakte deze week eveneens gehakt van een door Opstelten aangekondigde wetswijziging.

De conceptversie van die wijziging bevat enkele nieuwe waarborgen waarmee hij de wet aanscherpt en tegemoet komt aan de bezwaren van onder andere de privacyvoorvechters. Een rechter moet na aanname van de wijziging eerst toestemming geven voordat een officier van justitie communicatiegegevens mag opvragen. Daarnaast zal ook de ernst van de verdenking meetellen: bij ernstige misdrijven mag verder in het verleden worden teruggezocht.

Het CBP – dat door het Ministerie van Justitie om advies werd gevraagd – noemde de aanpassingen onvoldoende. ‘De opsporingsautoriteiten hebben jaren ervaring opgedaan, maar het is kennelijk niet mogelijk gebleken een onderbouwing te leven van de noodzaak van deze bewaarplicht.’ Een onevenredige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer, zo vatte het CBP maandag samen.

Direct buiten werking
Vincent Böhre van Privacy First vermoedt dat de wijziging om diezelfde reden niet door de Tweede Kamer zal worden aangenomen. Juist omdat de huidige situatie daarmee in stand blijft, roept het daarom woensdag op de bewaarplicht direct buiten werking te stellen.

Böhre: ‘Los van wat de overheid ermee doet, is het opslaan van gegevens een schending van de privacy. Dat zegt ook de Europese rechter. Als de rechter de handhaving van de wet opschort mogen providers hun klanten in ieder geval zelf de keuze bieden. Opslaan of niet.’

Of de wet inderdaad van tafel gaat, zal op 11 maart blijken. Dan doet de Rechtbank Den Haag uitspraak.”

Bron: http://www.volkskrant.nl/tech/bewaarplicht-buitenproportioneel-of-noodzakelijk-kwaad~a3854766/ , 19 februari 2015.