Wie krijgen toegang tot het UBO-register?
Wetsvoorstel aangenomen door de Tweede Kamer. Maar de hete aardappel is doorgeschoven.
Privacy First stuurde in september vorig jaar een uitvoerige brief aan de Tweede Kamer waarin werd verzocht niet akkoord te gaan met de openbaarheid van het Nederlandse ‘register van uiteindelijk belanghebbenden’ (UBO-register). De brief werd verstuurd in verband met de behandeling van het wetsvoorstel dat de toegang tot het register regelt. Tijdens de recente behandeling van het wetsvoorstel zijn veel kritiekpunten van Privacy First aan de orde gekomen. Maar we zijn er nog lang niet.

Openbaar register
De Europese wetgever heeft in het kader van criminaliteitsbestrijding alle EU-lidstaten in 2018 verplicht om de ‘registers van uiteindelijk belanghebbenden’, UBO-registers, openbaar toegankelijk te maken, waaraan ook Nederland gevolg heeft gegeven. In 2022 besliste het Europese Hof van Justitie echter dat die openbaarheid in strijd is met de grondrechten van de uiteindelijk belanghebbenden (UBO’s) en dat alleen toegang op grond van “legitiem belang” is toegestaan. Nederland moest toen het UBO-register sluiten voor toegang door anderen dan overheidsinstanties en werd verplicht om de regels inzake toegang tot het UBO-register te wijzigen. In 2024 werd het wetsvoorstel ingediend dat de toegang tot het UBO-register op een juiste manier moet gaan regelen, rekening houdend met de grondrechten van alle ingeschreven personen.
Risico’s voor burgers
In september vorig jaar stuurde Privacy First een uitvoerige brief aan de Tweede Kamer over de toegang tot persoonsgegevens in het UBO-register (lees het nieuwsbericht en de brief). Daarin werd er onder meer op aangedrongen de regels inzake toegang niet zo te verruimen dat het register de facto openbaar toegankelijk zou worden. Daarmee wordt voorkomen dat kwaadwillenden de persoonsgegevens van UBO’s kunnen verkrijgen en misbruiken. Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel heeft dat risico grote aandacht gekregen en hebben de leden van de Tweede Kamer aandacht gevraagd voor het feit dat het voorstel om onder meer journalisten en non-profit organisaties op grond van “legitiem belang” gedurende drie jaar toegang te geven misbruikrisico’s kan opleveren nu dit ongereguleerde activiteiten betreft. De minister van Financiën heeft geantwoord dat de regels inzake de toegang zullen worden geregeld in een algemene maatregel van bestuur (AMvB). De minister voert daarvoor als reden aan dat de Nederlandse wetgever daar niet over gaat, nu de toegangsregels door de nieuwe Europese antiwitwasrichtlijn (AMLD6) worden beheerst en nader worden uitgewerkt door de Europese Commissie in samenwerking met de nieuwe Europese antiwitwasautoriteit (AMLA). De minister heeft wel toegezegd dat er internetconsultaties zullen plaatsvinden over voorstellen voor de AMvB en dat een en ander met de Tweede Kamer besproken zal worden.
Aangepast wetsvoorstel
Op 18 februari jl. is het wetsvoorstel inzake toegang tot het UBO-register aangenomen door de Tweede Kamer met enkele amendementen. Er is een amendement aangenomen inhoudend dat het ontwerp voor de AMvB of de wijziging daarvan voorafgaand aan vaststelling aan het parlement wordt overgelegd. In een tweede amendement is opgenomen dat als een private partij op grond van legitiem belang toegang krijgt, de UBO door de Kamer van Koophandel wordt geïnformeerd over de inzage en over het doel van die inzage. In een derde aangenomen amendement is geregeld dat de minister van Financiën binnen twee jaar na inwerkingtreding van de nieuwe regels het parlement informeert over ‘de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk’.
Alertheid is geboden
Het is positief dat de Tweede Kamer aandacht heeft gehad voor voorkoming van misbruik van de persoonsgegeven van UBO’s en dat het onderwerp terug zal komen op de agenda. Dat neemt echter niet weg dat Privacy First van mening is dat buitengewoon kritisch naar de Europese toegangsregels moet worden gekeken.
De uitspraak van de Europese rechter uit 2022 heeft duidelijk gemaakt dat de Europese wetgever soms regels aanneemt die de grondrechten van burgers schenden. Dat kan met de nieuwe criminaliteitsbestrijdingsregels, zoals de hiervoor genoemde AMLD6, opnieuw het geval zijn. Alertheid is daarom geboden.
Privacy First zal dit onderwerp daarom kritisch blijven volgen, in lijn met onze eerdere rechtszaak over het UBO-register.
Steun ons
Als u deze activiteiten van Privacy First wilt steunen, word dan donateur of help ons als vrijwilliger om het onderwerp te volgen, commentaar te leveren of andere activiteiten te ontplooien.